Pak je pen en schrift en schrijf alvast de begrippen over:
1. optimale omstandigheden
2. populatiegrootte
3. biologisch evenwicht
4.klimaat
5. optimumkromme
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Thema 6 ecologie BS 5 Populaties
Pak je pen en schrift en schrijf alvast de begrippen over:
1. optimale omstandigheden
2. populatiegrootte
3. biologisch evenwicht
4.klimaat
5. optimumkromme
Slide 1 - Slide
Herhaling: Populatie
populatie is een groep individuen in een bepaald (leef)gebied.
Slide 2 - Slide
Populatiegrootte
Slide 3 - Slide
Populatie grootte
Biologisch evenwicht: schommeling van populatiegrootte rondom een evenwichtswaarde, binnen bepaalde grenzen.
Slide 4 - Slide
Populatiegrootte
Optimale omstandigheden: kans op groei van de populatie
als alle abiotische (zoals bodemgesteldheid en klimaat)
en biotische factoren optimaal (zoals voedsel) zijn
Ongunstige omstandigheden: afname van de populatie
Slide 5 - Slide
Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatie groot is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn
Slide 6 - Quiz
Klimaat
licht, temperatuur, lucht(wind) en water (neerslag) vormen samen het klimaat
elk organisme kan maar een bepaalde klimaat overleven
Slide 7 - Slide
Voorbeeld: optimale omstandigheden
Het diagram geeft de optimumkromme voor een organisme
Bij de ideale temperatuur is de kans op overleven en voortplanten het grootst
Slide 8 - Slide
optimale omstandigheden
wanneer alle biotische en abiotische factoren in een ecosysteem de meest gunstige waarden hebben=
grootste kans op groei populatie
Slide 9 - Slide
Schrijf eerst de betekenissen bij de begrippen. Maak daarna de opdrachten bij basisstof 6
1. optimale omstandigheden: kans op groei van de populatie als alle abiotische (zoals bodemgesteldheid en klimaat) en biotische factoren optimaal (zoals voedsel) zijn
2. populatiegrootte: Totaal aantal individuen
3. biologisch evenwicht: schommeling van populatiegrootte rondom een evenwichtswaarde, binnen bepaalde grenzen.
4.klimaat: licht, temperatuur, lucht(wind) en water (neerslag) vormen samen het klimaat
5. Optimumkromme: Diagram waarin een factor en activiteit worden aangegeven