Tekstverbanden vwo

Tekstverbanden vwo 3
Aan het eind van de les kun je 12 tekstverbanden onderscheiden en deze in een tekst herkennen. 


1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tekstverbanden vwo 3
Aan het eind van de les kun je 12 tekstverbanden onderscheiden en deze in een tekst herkennen. 


Slide 1 - Slide

Tekstverbanden?

Slide 2 - Mind map

Kopie tekstverbanden
Vul het correcte tekstverband in op de juiste plek op de kopie

Slide 3 - Slide

Antwoorden:
1: chronologisch
2: opsommend
3: doel-middel
4: tegenstellend
5: concluderend
6: samenvattend




7: oorzakelijk
8: toelichtend
9: voorwaardelijk
10: redengevend
11: vergelijkend
12: toegevend



Slide 4 - Slide

Tekstboekopdracht 
Maak opdracht 1 op pagina 247/248
  • Lees individueel
  • Maak de opgaven in duo's

Slide 5 - Slide

Opdracht 1: tekst 1
- toegevend verband: ‘Weliswaar denken … kunnen communiceren’ – signaalwoord: Weliswaar
- voorwaardelijk verband: ‘tenzij je echt zeker weet dat de ontvanger begrijpt wat je ermee bedoelt.’ – signaalwoord: tenzij



Slide 6 - Slide

Opdracht 1 tekst 2
- toegevend verband: ‘Maar ook … bestaande gewoonte’ – signaalwoord: (Maar) ook al
- voorwaardelijk verband: ‘Als iedereen … daaraan houdt’ – signaalwoord: Als

Slide 7 - Slide

Bacteriën
Welke tekstverbanden herken je in de teksten?
  • Werk samen voor deze opdracht
  • Overleg over je mogelijke antwoorden

Slide 8 - Slide

Wetenschappers hebben al heel wat theorieën over gapen geïntroduceerd. Zo zou het sociale spanning verminderen.
A
vergelijkend verband
B
concluderend verband
C
toelichtend verband
D
samenvattend verband

Slide 9 - Quiz

Hoewel deze verklaring plausibel klinkt, werd ze al jaren geleden ontkracht.
A
redengevend verband
B
toegevend verband
C
tegenstellend verband
D
oorzakelijk verband

Slide 10 - Quiz

Gapen is dus geen uiting van verveling, maar een middel om de hersens optimaal te laten werken.
A
tegenstellend verband
B
concluderend verband
C
redengevend verband
D
toegevend verband

Slide 11 - Quiz

Niet elk icoontje betekent hetzelfde, zo wordt wat wij als een vriendelijk icoontje zien, in China opgevat als verachtelijk
A
toegevend verband
B
opsommend verband
C
toelichtend verband
D
tegenstellend verband

Slide 12 - Quiz

Wat heb je nog nodig als voorbereiding op de toets lezen?

Slide 13 - Open question

Wat vind je van deze les?

Slide 14 - Open question

Voorbereiding toets
Maak opdracht 4 lezen  (p. 49-51)
Het antwoordmodel staat op Magister
(evenals de antwoorden op opdracht 3)

Slide 15 - Slide