1. Rekenen N4 - Domein 2 - Oriëntatie in de twee- driedimensionale wereld theorie en opgaven

Rekenen N4 - Domein 2 - Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
1 / 45
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Rekenen N4 - Domein 2 - Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Horizontaal en verticaal
liggend = horizontaal
staand = verticaal

Slide 3 - Slide

Vlakke figuren

Slide 4 - Slide

Ruimtelijke figuren

Slide 5 - Slide

Evenwijdig
evenwijdige lijnen = 
- lijnen waarbij de afstand tussen de lijnen overal even groot is 
- de lijnen raken elkaar nooit

Slide 6 - Slide

Omtrek
omtrek = lengte + breedte + lengte + breedte
Wat is de omtrek van het stukje weiland? 
lengte = 5 m
breedte = 3 m

Slide 7 - Slide

Wat is de omtrek van het stukje weiland?
lengte = 5 m
breedte = 3 m
A
8
B
15
C
16
D
18

Slide 8 - Quiz

Oppervlakte
oppervlakte = lengte x breedte
Wat is de oppervlakte in meter?
lengte = 5 m
breedte = 3 cm

Dan zeg je vierkante meter
en dit schrijf je zo: m²

Slide 9 - Slide

Oppervlakte
oppervlakte = lengte x breedte
in vierkante meter (m²)

Slide 10 - Slide

Wat is de oppervlakte van het stukje weiland?
lengte = 5 m
breedte = 3 m

A
8
B
15
C
16
D
18

Slide 11 - Quiz

Gebruik je rekenmachine
Je hoeft niets uit het hoofd uit te rekenen, dus gebruik altijd je rekenmachine, of reken het na op je rekenmachine.
Ook op het examen. Noteer je berekening wanneer daarom gevraagd wordt.

Slide 12 - Slide

Omtrek?


Hoeveel meter hek heeft Stijn nodig om zijn moestuin?

Slide 13 - Slide

Hoeveel meter hek heeft Stijn nodig om zijn moestuin?
A
9,5 m
B
11 m
C
15 m
D
18 m

Slide 14 - Quiz

Hoeveel meter hek heeft Stijn nodig om zijn moestuin?

Omtrek = lengte van alle zijden bij elkaar optellen

4 + 3,5 + 1 + 1,5 + 3 + 2 = 15 m

Slide 15 - Slide

Wat is de oppervlakte van Stijns moestuin?
A
9,5 ㎡
B
13,5 ㎡
C
14 ㎡
D
15,5 ㎡

Slide 16 - Quiz

Wat is de oppervlakte van Stijns moestuin?
Oppervlakte = lengte x breedte
2 aparte stukjes van maken, bijvoorbeeld:
3 x 2 + 3,5 x 1 = 9,5 ㎡
OF: 
4 x 2 + 1,5 x 1 = 9,5 ㎡

Slide 17 - Slide

Omtrek of oppervlakte uitrekenen
Stappenplan:
1. Bedenk of je de omtrek of de oppervlakte moet uitrekenen 
omtrek = eromheen
oppervlakte = erop
2. Reken de afmetingen om naar de juiste eenheid
3. Reken uit en noteer het antwoord

Slide 18 - Slide

Brent gaat sierplinten langs de rand van zijn plafond plaatsen. Hoeveel meter sierplint moet hij kopen?
A
12,6 m
B
12600 m
C
972 m
D
9720000 m

Slide 19 - Quiz

Brent gaat sierplinten langs de rand van zijn plafond plaatsen. Hoeveel meter sierplint moet hij kopen?
1. Omtrek of oppervlakte? Langs de rand, is dus omtrek.
2. Juiste eenheid? mm naar m
2700 mm = 2,7 m
3600 mm =  3,6 m
3. Reken uit
lengte + breedte + lengte + breedte
2,7 + 3,6 + 2,7 + 3,6 = 12,6 m

Slide 20 - Slide

Gebruik je rekenkaart!

Leer jezelf werken met deze kaart. Tijdens het examen mag je deze ook gebruiken.

Slide 21 - Slide

Inhoud
inhoud = lengte x breedte x hoogte
in kubieke meter m3
1 dm3 = 1 liter

Kijk op je rekenkaart!

Slide 22 - Slide

Inhoud
De inhoud geeft aan hoeveel ruimte iets inneemt of hoeveel erin past.

Slide 23 - Slide

Inhoud uitrekenen
Stappenplan
1. Bedenk in welke eenheid het antwoord moet
2. Reken de afmetingen om naar de juiste eenheid
3. Reken uit

Slide 24 - Slide

Wat is de inhoud van de garage in m3?
1. Eenheid
kubieke meter
2. Reken om
staat al in meter
3. Reken uit
lengte x breedte x hoogte =
5 x 2,5 x 3 = 37,5 m3


37,5 x 1000 = 37500 liter

Slide 25 - Slide

Wat is de inhoud van de garage in m3?
Hoeveel liter is dat?
omrekenen (kijk op rekenkaart)
m3 naar dm3 = x 1000
37,5 x 1000 = 37500 dm3

37500 dm3 = 37500 liter

Slide 26 - Slide

Wat is de inhoud van de kast in kubieke meter?

Slide 27 - Open question

Wat is de inhoud van de kast in kubieke meter?
1. kubieke meter
2. cm omrekenen naar meter
200 cm = 2 m
160 cm = 1,6 m
50 cm = 0,5 m
3. lengte x breedte x hoogte
1,6 x 0,5 x 2 = 1,6 m3

Slide 28 - Slide

Wat is de inhoud van de oven in liter?
A
20 liter
B
28 liter
C
35 liter
D
40 liter

Slide 29 - Quiz

Wat is de inhoud van de oven in liter?
1. liter
2. omrekenen naar dm
3. 40 cm = 4 dm
35 cm = 3,5 dm
20 cm = 2 dm
4 x 3,5 x 2 = 28 dm3
dus 28 liter

Slide 30 - Slide

Windroos en windrichtingen
Op een kaart staat meestal een windroos die de windrichtingen aangeeft.
Meestal staat het noorden bovenin, maar soms is die gedraaid. Staat er niets, dan is het noorden bovenin.

Slide 31 - Slide

Windroos gebruiken
Welke straat kijk je in als je vanaf de Arc de Triomphe in zuidelijke richting kijkt?

Slide 32 - Slide

Windroos gebruiken
Welke straat kijk je in als je vanaf de Arc de Triomphe in zuidelijke richting kijkt?
De Avenue d'Iéna

Slide 33 - Slide

Routebeschrijving
Gebruik windrichtingen 
(noord, oost, zuid, west)
Gebruik straatnamen
(bijvoorbeeld Brielseweg)
Gebruik herkenningspunten
(bijvoorbeeld café Centraal)
Gebruik richtingen 
(links, rechts, rechtdoor)
Wees zo duidelijk en volledig mogelijk
(check of je ook echt aankomt bij bestemming)

Slide 34 - Slide

Siem volgt de routebeschrijving vanaf Café Centraal. Op welke weg komt Siem uit?

Slide 35 - Open question

Hiernaast zie je een plattegrond van Rome met het Pantheon. Op welke foto zie je het Pantheon?
A
B
C

Slide 36 - Quiz

Uitleg

Slide 37 - Slide

Extra opdrachten

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Wat is de omtrek van deze figuur?

Slide 41 - Slide

Wat is de omtrek van deze figuur?
A
8,5 m
B
10 m
C
12 m
D
14 m

Slide 42 - Quiz

Bereken de oppervlakte in cm2
A
2 x 10 = 20 cm2
B
200 x 100 = 20000 cm2
C
200 x 10 = 2000 cm2
D
2 x 100 = 200 cm2

Slide 43 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 100000 dit betekent dat 10 cm op de kaart =
A
100 km
B
10 km
C
1000 km
D
1 km

Slide 44 - Quiz

EINDE

Slide 45 - Slide