This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Leren met muziek?!
Na deze les weet jij:
- Of muziek jou helpt om je te concentreren - Welke muziek voor jou werkt
Slide 1 - Slide
Wat weet je nog van
de vorige les?
Slide 2 - Slide
Vorige les: concentratie
Slide 3 - Slide
Muziek?!
Dé goede manier van leren is er niet. Het verschilt per persoon. De één leert bijvoorbeeld met muziek terwijl de ander dat niet fijn vindt. In deze les ga je op zoek naar jouw eigen manier.
Slide 4 - Slide
Hoe vaak gebruik jij muziek tijdens het studeren (huiswerk maken en leren)?
A
Nooit
B
Af en toe
C
Vaak
D
Altijd
Slide 5 - Quiz
Waarom zou je muziek luisteren tijdens het studeren?
Slide 6 - Mind map
Welke soort muziek luister jij tijdens het studeren?
Slide 7 - Mind map
Experiment
Je gaat vier teksten lezen terwijl er bij iedere tekst een ander soort muziek wordt afgespeeld.
Na iedere tekst testen we hoeveel je hier nog van weet.
Daarna geef je aan hoe je je voelde met de betreffende muziek op de achtergrond.
Slide 8 - Slide
Uitleg
Jouw coach start zo de muziek. Daarna verschijnt tekst 1 in beeld. Lees de tekst goed door.
Is iedereen klaar met lezen?
Dan verschijnen de vragen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Tekst 1: Kleren
Wat is mijn man mooi als hij de kleren draagt waarin hij zich fijn voelt. Deze kleren draagt hij vaak op zaterdag of zondag, dan hoeft hij niet te werken. Hij draagt dan het liefste een t-shirt, korte broek, sandalen en als de zon schijnt een zonnebril.
In de winter is dat anders, omdat het dan veel te koud is voor een korte broek. Hij draagt dan een trui, een lange broek en een pet. Ik hoop dat hij mij ook mooi vindt in mijn jurk, die ik graag draag met mijn ketting. Of vindt hij mijn rokje mooier, met mijn zwarte bril?
Soms draagt hij een pak met een stropdas en horloge als hij gaat werken, dan ziet hij er ook mooi uit. En als we naar het bos gaan in de winter en het koud is om naar buiten te gaan dragen we een jas, handschoenen, das en laarzen. En omdat het vaak regent in Nederland, is het slim om een paraplu mee te nemen.
Slide 11 - Slide
Wat weet je nog van de tekst?
A
Ik weet nog veel
B
Ik weet nog aardig wat
C
Ik weet nog een beetje
D
Ik weet niets meer
Slide 12 - Quiz
Wat was de titel van de tekst?
A
Kleren
B
Winter
C
Kledingstukken
D
T-shirt
Slide 13 - Quiz
Wat draagt de vrouw graag?
A
Rokje met zwarte bril
B
Jurk met ketting
C
T-shirt
D
Trui
Slide 14 - Quiz
Wat draagt de man graag op zaterdag en zondag?
A
Een pak en stropdas
B
Een spijkerbroek
C
Een pyjama
D
Kleren waarin hij zich fijn voelt
Slide 15 - Quiz
Ik voelde me bij deze muziek
A
Onrustig
B
Afgeleid
C
Rustig
D
Gefocust
Slide 16 - Quiz
Hoe goed heb jij dingen kunnen onthouden met deze muziek soort?
Slide 17 - Poll
Uitleg
Wanneer de muziek start, lees je tekst 2.
Klaar? Wacht dan even totdat de vragen verschijnen.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Tekst 2: Naar school gaan
Soraya houdt van school. Ze vindt het gezellig in de klas. Ze vindt Engels en Wiskunde leuke schoolvakken. Haar leraar wiskunde heet Piet. Haar lerares Engels heet Mieke. De directeur van de school heet mevrouw De Lange. Ze heeft een eigen kamer. Op de deur hangt een bordje met de titel "Directeur." Mevrouw De Lange is de baas van de school. Ze zit vaak in een stoel achter haar bureau op haar kamer.
In de klas is het stil als de les is begonnen. Een leraar schrijft met krijt op het schoolbord. Soraya heeft een goede vriend en een goede vriendin in haar klas. Haar goede vriend heet Samir en haar vriendin heet Willeke. Willeke is haar beste vriendin. Soraya en Willeke maken vaak samen huiswerk. In de pauze op school zitten ze gezellig bij Samir.
Samir is goed in Engels en Willeke houdt van wetenschap. Ook met een andere klasgenoot kan Soraya het goed vinden. Hij heet David. David kan mooi tekenen. Zijn lievelingsvak is daarom kunst. In zijn rugzak heeft hij altijd papier en potlood zitten. Hij heeft ook een boek over kunstenaars. In de pauze tekent hij de bomen op het schoolplein na. Hij heeft een heel hoog cijfer voor tekenen. Iedereen zegt dat David veel tekentalent heeft, zelfs de rector mevrouw De Lange denkt dat David later een beroemd kunstenaar zal worden.
Slide 20 - Slide
Wat weet je nog van de tekst?
A
Ik weet nog veel
B
Ik weet nog aardig wat
C
Ik weet nog een beetje
D
Ik weet niets meer
Slide 21 - Quiz
Wat was de titel van de tekst?
A
Schoolvakken
B
De middelbare school
C
Naar school gaan
D
Mevrouw de Korte
Slide 22 - Quiz
Hoe heet de directeur van de school?
A
Mevrouw de Korte
B
Mevrouw de Lange
C
Meneer de Lange
D
Mevrouw Jansen
Slide 23 - Quiz
In welk schoolvak is Samir goed?
A
Engels
B
Wetenschappen
C
Tekenen
D
Wiskunde
Slide 24 - Quiz
Hoe heet de leraar wiskunde?
A
Piet
B
Hein
C
Peter
D
Hans
Slide 25 - Quiz
Ik voelde me bij deze muziek
A
Onrustig
B
Afgeleid
C
Rustig
D
Gefocust
Slide 26 - Quiz
Hoe goed heb jij dingen kunnen onthouden met deze muziek soort?
Slide 27 - Poll
Uitleg
Wanneer de muziek start, lees je tekst 3.
Klaar? Wacht dan even totdat de vragen verschijnen.
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Tekst 3: Zo ziet mijn kamer eruit
Mijn naam is Rosalie. Ik ben zestien jaar oud en ik woon in Friesland. Dat is helemaal in het noorden van Nederland. Ik wil jullie graag vertellen hoe mijn kamer er ongeveer uitziet. Ik woon in een heel klein dorp. Er wonen slechts een aantal duizend mensen. De huizen zijn dus best wel groot. Er is veel ruimte. Mijn kamer is dus ook best wel groot. Ik ben best wel meisjesachtig, dus mijn kamer is ook erg meisjesachtig. Mijn muren zijn geverfd in verschillende tinten roze. Verder heb ik paarse vloerbedekking.
Mijn bed neemt veel ruimte in. Maar ook mijn kledingkast is erg groot. Dat komt omdat ik enorm veel van winkelen houd. Ik heb dus enorm veel kleding. Verder heb ik ook een groot bureau, omdat ik veel huiswerk moet maken. Later wil ik dierenarts worden dus ik moet veel lezen.
Slide 30 - Slide
Wat weet je nog van de tekst?
A
Ik weet nog veel
B
Ik weet nog aardig wat
C
Ik weet nog een beetje
D
Ik weet niets meer
Slide 31 - Quiz
Wat was de titel van de tekst?
A
Friesland
B
Mijn kamer
C
Zo ziet mijn kamer eruit
D
Een klein dorp
Slide 32 - Quiz
Hoe heet het meisje waar de tekst over gaat?
A
Rosalie
B
Rosanne
C
Roos
D
Rosalinde
Slide 33 - Quiz
Hoe oud is Rosalie?
A
14
B
15
C
16
D
17
Slide 34 - Quiz
Welke kleur is de vloerbedekking?
A
Roze
B
Paars
C
Blauw
D
Rood
Slide 35 - Quiz
Ik voelde me bij deze muziek
A
Onrustig
B
Afgeleid
C
Rustig
D
Gefocust
Slide 36 - Quiz
Hoe goed heb jij dingen kunnen onthouden met deze muziek soort?
Slide 37 - Poll
Uitleg
Wanneer de muziek start, lees je tekst 4.
Klaar? Wacht dan even totdat de vragen verschijnen.
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
Tekst 4: De weg naar het treinstation
Mevrouw van de Ven is op zoek naar een treinstation. Ze vraagt een meneer of hij de weg naar het station kent. Hij wijst haar de weg. Hun gesprek verloopt zo:
Mevrouw: "Dag meneer, ik wil met de trein. Kunt u mij vertellen waar het treinstation is?"
Meneer: "Natuurlijk mevrouw. Het is niet ver weg. Het is ongeveer 10 minuten lopen. Heeft u een auto of gaat u wandelen?" Mevrouw: "Ik ben te voet."
Meneer: "U loopt deze straat uit. Aan het eind van de straat gaat u rechtsaf. Na ongeveer 10 meter ziet u een zebrapad. Daar kunt u veilig oversteken. Als u aan de overkant bent, loopt u rechtdoor. Wandel tot aan het einde van de straat. Daar is een groot plein. Aan de overkant van het plein kunt u een bus naar het station nemen. Het is maar 1 halte met de bus."
Mevrouw: "Nee, ik loop liever. Mijn trein vertrekt pas over een uur dus ik heb tijd genoeg. Weet u hoe ik vanaf het busstation naar het treinstation kan lopen?"
Meneer: "Dat is gemakkelijk te vinden. Loop langs het busstation en neem de eerste straat linksaf. Na ongeveer 10 meter ziet u een aantal winkels. Loop door tot aan de bloemenwinkel op de hoek. Tegenover die bloemenwinkel is het treinstation."
Slide 40 - Slide
Wat weet je nog van de tekst?
A
Ik weet nog veel
B
Ik weet nog aardig wat
C
Ik weet nog een beetje
D
Ik weet niets meer
Slide 41 - Quiz
Waar is de mevrouw naar op zoek?
A
Het winkelcentrum
B
De bibliotheek
C
Het busstation
D
Het treinstation
Slide 42 - Quiz
Hoe gaat de vrouw naar het treinstation?
A
Met de auto
B
Met de fiets
C
Met de bus
D
Lopend
Slide 43 - Quiz
Hoe lang is het lopen naar het treinstation?
A
5 minuten
B
10 minuten
C
15 minuten
D
30 minuten
Slide 44 - Quiz
Het treinstation is tegenover de ...
A
Bloemenwinkel
B
Bibliotheek
C
Busstation
D
Supermarkt
Slide 45 - Quiz
Ik voelde me bij de muziek
A
Onrustig
B
Afgeleid
C
Rustig
D
Gefocust
Slide 46 - Quiz
Hoe goed heb jij dingen kunnen onthouden met deze muziek soort?
Slide 47 - Poll
Met welke muziek kon jij je het beste concentreren?
A
Klassieke muziek
(tekst 1)
B
Top 40 muziek
(tekst 2)
C
Hardstyle
(tekst 3)
D
Instrumentale muziek
(tekst 4)
Slide 48 - Quiz
Wat heb je geleerd over jezelf door dit experiment?