Criminaliteit 1-2-3

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Criminaliteit

H1, H2, H3

Herhalen

Begrippen H1

• Criminaliteit = al het gedrag dat strafbaar is volgens de wet
• Delict = een strafbaar feit: een misdrijf of overtreding
• Overtreding = licht strafbaar feit (wildplassen, ID niet op zak)
• Misdrijf = zwaar strafbaar feit (moord, mishandeling, inbraak)
• Beeldvorming in de media = manier waarop we naar criminaliteit en de aanpak ervan kijken
• Wetboek van Strafrecht = wetboek met overtredingen en misdrijven

Begrippen H2

• Sociaal probleem = een maatschappelijk probleem waar veel mensen mee te maken hebben
• Materiële gevolgen = met geld op te lossen (nieuwe ramen,  beveiliging)
• Immateriële gevolgen = niet in geld uit te drukken (angst, trauma, normvervaging)
• Normvervaging = minder gedeelde normen en waarden, waardoor asociaal gedrag normaal wordt

H2: Taken van de overheid

1. Regering  + parlement: maken de wetten (wetgevende macht)

2. Openbaar Ministerie + politie: verdachten opsporen en voor de rechter brengen (uitvoerende macht)

3. Rechters: beslissen of iemand strafbaar is en welke straf (rechterlijke macht)

Begrippen H3

Drie soorten criminaliteit:

• Zware criminaliteit = ernstige misdrijven (overval, moord)
• Veelvoorkomende criminaliteit = lichte delicten die veel voorkomen, schade veroorzaken, hinderlijk zijn en licht bestraft worden (fietsendiefstal, vandalisme)
• Witteboordencriminaliteit = delicten door mensen met hoge maatschappelijke positie (fraude, witwassen, omkoping)

Begrippen H3

• Zware criminaliteit = ernstige misdrijven (overval, moord)
• Veelvoorkomende criminaliteit = lichte delicten die veel voorkomen, schade veroorzaken, hinderlijk zijn en licht bestraft worden (fietsendiefstal, vandalisme)
• Witteboordencriminaliteit = delicten door mensen met hoge maatschappelijke positie (fraude, witwassen, omkoping)
• Jeugddelinquenten = jongeren die veelvoorkomende criminaliteit plegen
• Recidivisten = criminelen die steeds opnieuw strafbare feiten plegen

Criminaliteit betekent...

1. Zware misdrijven plegen
2. Al het gedrag dat strafbaar is volgens de wet
3. Alles waar de rechter een gevangenisstraf voor geeft
4. Alle strafbare feiten

Delict

1. Locatie waar een moord heeft plaatsgevonden
2. Een ander woord voor rechter
3. Een strafbaar feit
4. Iemand die steeds opnieuw misdrijven pleegt

Mensen verliezen het vertrouwen in de politiek als er te weinig gebeurt tegen criminaliteit

1. Materiële schade
2. Immateriële schade

De gemeente plaatst extra camera's in buurten waar veel criminaliteit voorkomt

1. Materiële schade
2. Immateriële schade

Een winkelier heeft na een overval last van nachtmerries en paniekaanvallen

1. Materiële schade
2. Immateriële schade

Welke is geen overtreding?

1. Openbare dronkenschap
2. Te hard rijden met een scooter
3. Mishandeling
4. Wildplassen

Welke is geen misdrijf?

1. Moord
2. Bedreiging
3. Overval
4. Geluidsoverlast van de buren

Preventieve maatregelen

Repressieve maatregelen

Zwaardere straffen voor criminelen.

Zorgen voor werkgelegenheid

Sociale controle en veilige omgeving

Een maatschappelijk probleem...

1. Komt niet zo veel in het nieuws
2. Zijn weinig mensen bij betrokken
3. Krijgt aandacht in de media
4. Kunnen burgers zelf oplossen

Welke is geen maatschappelijk probleem?

1. Milieuvervuiling
2. Toenemend geweld onder jongeren
3. Armoede
4. Geluidsoverlast van de buren

Criminelen die steeds opnieuw strafbare feiten plegen

1. Recidivisten
2. Jeugddelinquenten

Welke soort criminaliteit zie je vaak bij jongeren?

1. Witteboordencriminaliteit
2. Zware criminaliteit
3. Veelvoorkomende criminaliteit

Fraude

1. Zware criminaliteit
2. Witteboordencriminaliteit
3. Veelvoorkomende criminaliteit

Mensenhandel

1. Zware criminaliteit
2. Witteboordencriminaliteit
3. Veelvoorkomende criminaliteit

Wie beslist of iemand de wet heeft overtreden?

1. Politie
2. Dat bepaal je zelf
3. Regering
4. Rechter