What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Ingangstoets week 1
1. Welke stellling is juist?
A
Bezit debiteren bij toename; EV crediteren bij afname
B
Bezit crediteren bij afname; Schuld crediteren bij afname
C
EV debiteren bij afname; Schuld debiteren bij toename
D
Schuld crediteren bij toename; Bezit debiteren bij toename
1 / 19
next
Slide 1:
Quiz
Bedrijfseconomie
HBO
Studiejaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1. Welke stellling is juist?
A
Bezit debiteren bij toename; EV crediteren bij afname
B
Bezit crediteren bij afname; Schuld crediteren bij afname
C
EV debiteren bij afname; Schuld debiteren bij toename
D
Schuld crediteren bij toename; Bezit debiteren bij toename
Slide 1 - Quiz
2. Welke rubrieknummers behoren tot de hulprekeningen van het eigen vermogen?
Slide 2 - Open question
3.1. Welke journaalpost wordt gemaakt bij Syntec bij verzenden van de goederen?
Slide 3 - Open question
3.2. Welke journaalpost wordt gemaakt bij Syntec bij het verzenden van de factuur?
Slide 4 - Open question
3.3. Welke journaalpost wordt gemaakt bij Syntec bij ontvangst van de betaling per bank?
Slide 5 - Open question
4. Welke journaalpost moet gemaakt worden van de creditfatuur bij Syntec?
Slide 6 - Open question
5. Welke journaalpost moet gemaakt worden voor mevrouw Ventori?
Slide 7 - Open question
6. Welke journaalpost moet gemaakt worden van de prijsstijging?
Slide 8 - Open question
7. Hoe luidt de journaalpost van de betaling van 30 april 2022?
Slide 9 - Open question
8.1. Welke journaalpost moet gemaakt worden van het versturen van de factuur aan Zara?
Slide 10 - Open question
8.2. Welke journaalpost moet gemaakt worden bij ontvangst van de betaling per bank?
Slide 11 - Open question
8.3. Welk jaarrekeningprincipe is hier van toepassing?
Slide 12 - Open question
9. Welke fout staat in de journaalpost?
A
9.. Betalingskortingen moet gecrediteerd worden.
B
1.. Crediteuren moet 1.. Debiteuren zijn.
C
1.. Liquide middelen moet gecrediteerd worden.
D
1.. Liquide middelen moet €770 zijn.
Slide 13 - Quiz
10. Welke fout staat in de journaalpost?
A
1.. Debiteuren moet 1.. Crediteuren zijn.
B
1.. Te vorderen btw moet 1.. te betalen btw zijn.
C
De bedragen op 1.. Deb. en 8.. Opbrengst zijn verwisseld.
D
8 Kostprijs verkopen moet 2 Tussenrekening verkopen zijn.
Slide 14 - Quiz
11. Beschrijf de fout in de journaalpost
Slide 15 - Open question
12. Beschrijf de fout in de journaalpost
Slide 16 - Open question
13. Beschrijf de fout in de journaalpost
Slide 17 - Open question
14. Beschrijf de fout in de journaalpost.
Slide 18 - Open question
15. Wat is het verschil tussen een handelsbedrijf en een productiebedrijf?
Slide 19 - Open question
More lessons like this
H7 Herhalingsles
January 2022
- Lesson with
22 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 4 verzenden goederen en facturen op verschillende tijdstippen
August 2024
- Lesson with
12 slides
Bedrijfsadministratie
MBO
Studiejaar 2
BAD HF7.6 Betalingskorting
February 2022
- Lesson with
23 slides
Bedrijfsadministratie
MBO
Studiejaar 3
4.20 verzenden goederen en facturen op verschillende tijdstippen
April 2024
- Lesson with
12 slides
Bedrijfsadministratie
MBO
Studiejaar 2
Hoofdstuk 4 verzenden goederen en facturen op verschillende tijdstippen
March 2024
- Lesson with
12 slides
Bedrijfsadministratie
MBO
Studiejaar 2
Journaalposten maken met betalingskorting
April 2023
- Lesson with
14 slides
hoofdstuk 9
March 2021
- Lesson with
16 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 1
lesbezoek
May 2024
- Lesson with
40 slides
Bedrijdsadministratie
MBO
Studiejaar 2