This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
3 MAVO || 2020-2021
Slide 1 - Slide
Programma
Hoofdstuk 7
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kun je benoemen welke overheden er zijn
Kun je beschrijven wat de overheid doet voor de economie
Kun je verklaren hoe de overheid ons gedrag beïnvloedt
Slide 3 - Slide
Wat heb jij met de overheid te maken?
Slide 4 - Open question
https:
Slide 5 - Link
Slide 6 - Video
https:
Slide 7 - Link
Gemeente
De overheid die het dichtst bij je staat, is de gemeente.
De burgemeester en de wethouders (B&W) besturen de gemeente.
De gemeenteraad moet hun plannen goedkeuren en controleren of ze goed uitgevoerd worden.
De gemeenteraad wordt democratisch gekozen door de bevolking.
Slide 8 - Slide
De gemeente
De gemeente regelt veel zaken waar je als inwoner direct mee te maken krijgt, zoals de uitgifte van een paspoort en het ophalen van huisvuil.
Slide 9 - Slide
Lagere overheden
Provincies hebben als belangrijkste taak te bepalen welke grond gebruikt mag worden voor huizen, bedrijven, recreatie en wegen (de infrastructuur).
Waterschappen beheren het water in hun gebied.
Slide 10 - Slide
Centrale overheid / het Rijk
De overheid, de Rijksoverheid of het Rijk zijn verschillende benamingen voor de centrale overheid.
Het Rijk houdt zich bezig met taken die voor heel Nederland gelden. Bijvoorbeeld het maken van wetten die voor iedereen gelden.
Slide 11 - Slide
Centrale overheid / het Rijk
De ministers vormen het bestuur van het Rijk. Zij regelen vanuit Den Haag zaken die voor het hele land van belang zijn.
De Tweede Kamer moet de plannen van de ministers goedkeuren en controleren. De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door de burgers.
Slide 12 - Slide
https:
Slide 13 - Link
Slide 14 - Slide
De overheid en de economie
Veel maatregelen van de overheid hebben te maken met de economie. Bijvoorbeeld:
Investeren in een goede infrastructuur, waardoor bedrijven hun producten kunnen aan- en afvoeren en goed met elkaar kunnen communiceren.
Subsidie geven om activiteiten te stimuleren. Een subsidie is een financiële bijdrage om burgers/bedrijven te steunen. Bijvoorbeeld subsidie om een nieuwe productiemethode of nieuwe producten te ontwikkelen. Zo’n vernieuwing noem je een innovatie.
Slide 15 - Slide
De overheid en de economie
Heffingen opleggen om ongewenste activiteiten van bedrijven af te remmen.
Een heffing is een bedrag dat je aan de overheid moet betalen.
Bijvoorbeeld milieuheffingen voor bedrijven die veel milieuvervuiling veroorzaken.
Slide 16 - Slide
Hoe heeft de overheid invloed op ons koopgedrag?
Slide 17 - Open question
Hoe heeft de overheid invloed op consumenten?
Bijvoorbeeld door:
extra belasting op producten te heffen, zodat die duurder worden en de mensen ze minder kopen.
Bijvoorbeeld energiebelasting op stroom en gas om het energieverbruik af te remmen, accijns om het verbruik van tabak, alcohol en brandstoffen te verminderen.
voorlichting te geven over de negatieve gevolgen van bijvoorbeeld roken.
verbieden van ongewenst gedrag.
Slide 18 - Slide
Accijns
Accijns is een belasting op consumptiegoederen.
De overheid heft deze belasting om het gebruik van bepaalde goederen af te remmen.
De overheid wil dat bedrijven met elkaar concurreren, want daar hebben consumenten voordeel van. Toch maken bedrijven soms afspraken om hun onderlinge concurrentie te beperken.
Ze spreken bijvoorbeeld af dat ze hun producten niet voor minder dan een afgesproken prijs verkopen.
Die bedrijven vormen dan samen een kartel. De overheid heeft kartelafspraken verboden.
De ACM (Autoriteit Consument en Markt) houdt daar toezicht op.
Slide 22 - Slide
De overheid als eigenaar
In enkele gevallen is de overheid (volledig of voor een deel) eigenaar van een bedrijf. Een reden daarvoor is dat zo’n bedrijf voor ons land heel belangrijk is.
Bovendien is het voor het Rijk aantrekkelijk dat de winst van deze bedrijven in de staatskas terechtkomt.
Slide 23 - Slide
De overheid heeft invloed op ons gedrag door:
Positief gedrag met ...... te stimuleren
in het algemeen .... te geven
ongewenst gedrag met ..... af te remmen
ongewenst gedrag te ......
extra belastingen en heffingen
subsidies
verbieden
voorlichting
Slide 24 - Drag question
Aan de slag
Maken H7.1
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd
Slide 25 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kun je benoemen welke overheden er zijn
Kun je beschrijven wat de overheid doet voor de economie
Kun je verklaren hoe de overheid ons gedrag beïnvloedt