What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefenen: woordsoorten
Nederlands
Business Services, les 10
1 / 47
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
47 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Business Services, les 10
Slide 1 - Slide
* Bijwoord
Slide 2 - Slide
Wat weet jij al?
Lees de zin. Wat is een zelfstandig naamwoord?
Else heeft mascara en lippenstift gekocht.
Slide 3 - Open question
Wat weet jij al?
Lees de zin. Wat is een zelfstandig naamwoord?
Er wordt in Nederland veel kaas gegeten.
Slide 4 - Open question
Zelfstandige naamwoorden
Slide 5 - Slide
Bepaald en onbepaald LW
Slide 6 - Slide
Benoem het zelfstandig naamwoord en het lidwoord.
Henry kocht voor Jennie een cadeautje.
Slide 7 - Open question
ZWW versus HWW
Slide 8 - Slide
Wat is het zelfstandig werkwoord?
Hij at een banaan.
Slide 9 - Open question
Benoem het zelfstandig werkwoord
Zij heeft een taart gebakken.
Slide 10 - Open question
Benoem het hulpwerkwoord
Hij heeft een schilderij gemaakt.
Slide 11 - Open question
ZWW versus HWW
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Ik heb een hele dure auto gekocht!
Slide 15 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Gisteren kocht Jens nieuwe sportschoenen.
Slide 16 - Open question
Bijwoord
geeft altijd meer informatie over
een ander woord of een andere woordgroep
(behalve over een zelfstandig naamwoord)
Vb. Jinthe rent hard.
Slide 17 - Slide
Wat is het bijwoord?
Dat is een bijzonder grappig filmpje!
A
bijzonder
B
een
C
dat
D
grappig
Slide 18 - Quiz
Even oefenen!
zelfstandig naamwoord
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
Slide 19 - Slide
Wat is een zelfstandig naamwoord?
(meer antwoorden goed)
A
Namen van mensen, dieren dingen
B
Woord dat zegt wat je doet
C
Woord waar je de - het of een voor kunt zetten
D
Woord dat zegt oe iets eruit ziet
Slide 20 - Quiz
Lidwoorden staan voor een zelfstandig naamwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
In de volle kast staan mappen.
A
in
B
volle
C
mappen
D
kast
Slide 22 - Quiz
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 23 - Quiz
Wat is geen kenmerk van een zelfstandig naamwoord?
A
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
B
Je kunt er een verkleinwoord van maken.
C
Je kunt het vervoegen.
D
Je kunt het in het meervoud zetten.
Slide 24 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
de moeder
B
eten
C
groot
D
het viooltje
Slide 25 - Quiz
Een zelfstandig werkwoord kan vaker in een zin voorkomen.
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
Ik moet nog vaak aan dat ontzettend leuke uitstapje denken.
Wat is het zelfstandig werkwoord in deze zin?
A
uitstapje
B
moet
C
ontzettend
D
denken
Slide 27 - Quiz
De meest voorkomende hulpwerkwoorden zijn:
hebben, zijn, worden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quiz
De meest voorkomende hulpwerkwoorden zijn: zijn, hebben of worden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quiz
Na een lange zomervakantie, keerde hij terug naar school.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
keerde
B
lange
C
zomervakantie
D
terug
Slide 30 - Quiz
Ik heb de date met Bart afgezegd.
afgezegd is:
A
hoofdwerkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 31 - Quiz
Benoem het onderstreepte woord:
Bedankt voor jullie
aandacht
.
A
een zelfstandig naamwoord
B
een zelfstandig werkwoord
C
een hulpwerkwoord
D
een bijwoord
Slide 32 - Quiz
Waar heb je dat gevonden?
gevonden = ...
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord
Slide 33 - Quiz
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het ...
A
gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
C
onderwerp
D
zelfstandig naamwoord
Slide 34 - Quiz
Ik heb van het mooie weer genoten
genoten
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
Slide 35 - Quiz
Ik heb de date met Bart afgezegd.
afgezegd is:
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 36 - Quiz
IJskoude is een bijvoeglijk naamwoord
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quiz
Benoem het onderstreepte woord:
Hoe was het op
school
?
A
een zelfstandig naamwoord
B
een lidwoord
C
een zelfstandig werkwoord
D
een bijwoord
Slide 38 - Quiz
Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
begaan
B
beleefd
C
beroemd
D
bezorgd
Slide 39 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Deze beestjes aten groene blaadjes van de bomen.
A
groene
B
beestjes
C
bomen
D
deze
Slide 40 - Quiz
Er zijn zelfstandige naamwoorden die twee meervoudsvormen hebben?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 41 - Quiz
Ik zou zelf veel meer voor kinderen
in nood willen kunnen doen.
A
Deze zin heeft 1 hulpwerkwoord.
B
Deze zin heeft 2 hulpwerkwoorden.
C
Deze zin heeft 3 hulpwerkwoorden.
D
Deze zin heeft 4 hulpwerkwoorden.
Slide 42 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Het apparaat is erg handig.
A
Het
B
apparaat
C
erg
D
handig
Slide 43 - Quiz
Hoeveel zelfstandige naamwoorden zitten in deze zin?
Een zelfstandig naamwoord verwijst naar
een mens, dier, plant, begrip of naam.
A
2
B
4
C
5
D
6
Slide 44 - Quiz
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Een woord dat vertelt wat je moet doen
B
Een woord dat iets meer vertelt over het werkwoord
C
Een woord dat iets zegt over het zelfstandig naamwoord
D
de, het, een
Slide 45 - Quiz
Hoe noem je het belangrijkste
werkwoord in de zin ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 46 - Quiz
Ik heb de date met Bart afgezegd.
afgezegd is:
A
hoofdwerkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 47 - Quiz
More lessons like this
oefenen: woordsoorten
June 2021
- Lesson with
50 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Fase 2: Het gezegde
January 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
woordsoorten
October 2020
- Lesson with
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Taalverzorging H2.1 grammatica woordsoorten (LW-ZNW-BNW-VZ-PERS- BEZ VNW) les 2
October 2023
- Lesson with
53 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Zinsleer - herhaling
May 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Woordsoorten benoemen
May 2021
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
herhaling woordsoorten leerjaar 1
March 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1