GB0E-VPZ1 Examen Spreken herhaling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2,3

Uitleg Spreken

- 3 presentaties per week 

- Checklist 

- 2 mensen geven feedback met behulp van checklist en stellen een inhoudelijke vraag

Spreken (presentatie) 6-8 minuten - Examen 3F

Onderwerp: beroepsgerelateerd of van maatschappelijke aard

Inleiding: 

          - Introduceer jezelf

          - Jouw onderwerp 

          - Waarom is dit belangrijk voor jouw publiek? 

Midden:

          - Geef jouw informatie. 

Slot: 

          - Vat kort samen (Jam Karet).

          - Bedank voor het luisteren en zijn er nog vragen? 

PowerPoint

Lees niet voor 

Tijdsdruk       -         Checklist

Exameneisen

1. Afstemming op doel

2. Afstemming op publiek

3. Samenhang 

4. Woordgebruik & woordenschat

5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en        grammaticale beheersing

Afstemming op doel

- Waarom moet jouw publiek naar deze presentatie luisteren? 

- Wat was het nut (doel) ervan?

Afstemming op publiek

Taalgebruik:

U of jij  (wees consistent hierin)

Vakjargon wel bij collega's, niet bij anders geschoolde

Samenhang

1. Structuur van de presentatie (Inleiding, kern, slot)

2. Samenhang in jouw taalgebruik

Samenhang in taalgebruik

Door het gebruik van signaal/koppelwoorden wordt de tekst een samenhangend geheel. 

Tijd

Opsomming

Tegenstelling

Vergelijking

Oorzaak-gevolg

Doel-middel

Voorwaarde

Samenvattend

als, daarna, eerst, later, nadat, nu, sinds, terwijl, tijdens, toen, totdat,

uiteindelijk, vervolgens, voordat, vroeger, zodra, zolang

bovendien, daarnaast, en, ook, ten eerste ... ten tweede, tevens, verder,

ten slotte

maar, hoewel, toch, echter, aan de ene kant ... aan de andere kant, daarentegen, en dus niet 

evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e), zo

als dit/ dan dat, als gevolg daarvan, daardoor, door, doordat, dus, het gevolg is,

het komt door, hierdoor, waardoor, zodat, vanwege, te danken aan, en dus

daarvoor, door middel van, om, met de bedoeling, om dat te bereiken, zodat, opdat, waarvoor

als, indien, mits, tenzij, in (/voor) het geval dat

samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar, dat

Beste meneer/mevrouw,

Sinds begin maart heb ik een nieuwe laptop van jullie en binnen een aantal weken verschenen af en toe strepen in mijn scherm. Hier maakte ik eind maart een melding van, maar ik kom er net achter dat ik via het verkeerde formulier melding deed en werd doorverwezen naar dit mailadres (zie hieronder voor de originele melding).

Alhoewel in het begin mijn scherm in twee weken tijd maar twee keer de strepen zichtbaar waren en er toen nog mee te werken was is dat helaas nu veel erger geworden. Aangezien ik lesgeef via de webcam en mijn studenten moet zien, is het onmogelijk om erop verder te werken. Daarom wil ik het graag gerepareerd hebben.

Wanneer en hoe kunnen jullie dit repareren?

De komende twee weken heb ik vakantie, dus graag wil ik het probleem binnen deze tijd verholpen hebben. Als dit niet lukt zal ik een tijdelijk vervangend apparaat nodig hebben.

Ik kijk uit naar uw reactie.

Met vriendelijke groet,

Roger Louwers

Woordgebruik & woordenschat

Dit is mijn hond, hij heet Fluffy. Mijn hond is heel lief. Ik heb mijn hond al vier jaar. Kijk, hier is een foto van mijn hond.

Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Intonatie, tempo, stemvolume