10.2 en 10.3 Puberteit 2.0

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs

Welkom!

10.2 Puberteit

Wat gaan we doen vandaag?

1. Huiswerk bespreken en nakijken
2. Vragen vorige les
3. Uitleg 10.2
4. Vragen 10.2

Waar ging de vorige les over?

10.1 Opgroeien

10.2 Puberteit

Geef 1 voorbeeld van lichamelijk ontwikkeling en 1 voorbeeld van geestelijke ontwikkeling.

Wat voor geslachtskenmerk is baardgroei?

1. Primair
2. Secundair

Wat voor geslachtskenmerk zijn schaamlippen?

1. Primair
2. Secundair

Wat voor geslachtskenmerk is meer zweet- en talgklieren?

1. Primair
2. Secundair

Wanneer ben je vruchtbaar?

Wat gaan we leren vandaag?

• Waarom je puistjes krijgt
  
• Wat een transgender is

Hoe verandert je huid?

Puistjes: je huid maakt extra talg aan

Talg heb je nodig, want het is vettig en zorgt ervoor dat je huid niet uitdroogt. Te veel talg zorgt voor jeugdpuistjes/acne

Hoe verandert je huid?

1. Talg komt via je poriën naar buiten
2. In de puberteit maken de talgklieren in je huid extra talg
3. De poriën raken verstopt, je hebt mee-eters
4. In de porie groeien bacteriën, hierdoor krijg je een ontsteking

Wat zorgt NIET voor puistjes?

1. Talg
2. Virussen
3. Bacteriën
4. Ontsteking

Wanneer ben je transgender?

Mensen worden soms in het verkeerde lichaam geboren. Ze voelen zich dan vaak heel erg ongelukkig. Mensen met het gevoel dat ze in het verkeerde geslacht zitten noemen we transgender.

Soms laten mensen zich opereren om het goede geslacht te komen. Deze mensen noemen we transseksueel. 

Welke vragen heb je?

Video: jong!

https://www.sense.info/nl/ontdek-je-lichaam/transgender/wat-transgender 

https://www.npostart.nl/jong/22-09-2009/EO_101151226

10.3 Relaties

Welke relaties zijn er?

Relaties

Waar vallen mensen op?

Er zijn verschillende soorten liefdesrelaties

Welke liefdesrelaties ken jij?

Welke relaties zijn er?

Contact: alles wat je met andere mensen doet

Met mensen met wie je veel contact hebt, heb je een relatie

Waar vallen mensen op?

Heteroseksueel: verliefd op het andere geslacht.

Homoseksueel: verliefd op hetzelfde geslacht.

Biseksueel: verliefd worden op beide geslachten.

Aseksueel: geen seksuele aantrekkingskracht ervaren.

Maak opdracht 1 t/m 5

Hoe?                      Alleen

Hoe lang?           ong. 20 minuten

Vraag?                  Vraag het fluisterend aan je buurman/vrouw.

                                 Weet die het ook niet? Steek dan je vinger op

Klaar?                    Klik op de  slide lokaal 69

https:

https: