5.4 schrijven en formuleren

2B1 5.4 schrijven en formuleren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2B1 5.4 schrijven en formuleren

Slide 1 - Slide

In deze les leer je
  • Een beoordeling schrijven
  • Je mening formuleren
  • Signaalwoorden gebruiken

Slide 2 - Slide



Voor je schrijftoets:
  • Je weet hoe je een beoordeling moet schrijven. 
  • Je kunt je mening duidelijk formuleren.
  • Je gebruikt daarbij signaalwoorden.

Slide 3 - Slide

Opbouw van je beoordeling
Inleiding: 
Waar gaat je beoordeling over?
Gebruik een 'binnenkomer'= opvallende opmerking. 
Geef ook in het kort je mening.
Kern:                                        
Beschrijf wat je hebt gezien, gelezen of gehoord.
Je geeft je mening en gebruikt argumenten (reden waarom je dat vindt) voor je mening.
Je gebruikt goede voorbeelden om je mening duidelijk te maken.
Slot:                                                 
Samenvatting van je beoordeling. Je vat samen wat je oordeel is.
Je eindigt met een 'uitsmijter' = een leuke of spannende laatste zin.

Slide 4 - Slide

Je mening formuleren
In de kern van je beoordeling (of recensie) geef je je mening

Gebruik beoordelingswoorden 
- Ik vond de film geweldig / slecht
Gebruik signaalwoorden voor reden in je argument 
- De film vond ik geweldig, want het was de hele tijd spannend en grappig.
- Ik vond het een slecht optreden, omdat de zanger enorm vals zong.
Gebruik signaalwoorden voor conclusie bij de afsluiting
- Het was dus een hele mooie film.
- Kortom, geen optreden om nog een keer naartoe te gaan.

Slide 5 - Slide

Welke beoordelingswoorden ken je?

Slide 6 - Open question

Beoordelingswoorden

Slide 7 - Slide

Tip:
Als signaalwoorden lastig te onthouden zijn voor jou
kijk dan nog eens bij 3.3, daar staat een mooi overzichtje.
Leer dat vooral uit je hoofd!

Slide 8 - Slide

Signaalwoorden voor reden
Deze gebruik je als je je argument formuleert.

"Ik vind de film geweldig, want hij is de hele tijd grappig."
"Het optreden was heel saai, omdat alle liedjes langzaam waren."
"Doordat de voorstelling zo laat afgelopen was, lag ik pas laat in bed."

Slide 9 - Slide

Bedenk zelf een zin en gebruik daarin een signaalwoord voor reden.

Slide 10 - Open question

Signaalwoorden voor conclusie
Deze gebruik je bij de afsluiting.

"Kortom, ik wil naar nog wel tien optredens van deze band!"
"Ik vond het dus een heel mooi boek."

Slide 11 - Slide

Bedenk zelf een zin en gebruik een signaalwoord voor conclusie.

Slide 12 - Open question

Bedenk nu je conclusie over deze les, gebruik hierbij een passend signaalwoord.

Slide 13 - Open question

Schrijf nu een korte beoordeling over een film, een boek, een hotel of een vakantieland.
Let op hoe je alles moet formuleren! Start met een binnenkomer en sluit af met een oordeel. Gebruik beoordelingswoorden, argumenten en signaalwoorden.

Slide 14 - Open question

In deze les leerde je
Een beoordeling schrijven
Je mening formuleren
Signaalwoorden gebruiken

Slide 15 - Slide

Opgeven van de toets
Wat moet je leren, 
kennen en kunnen?

Let goed op!

Slide 16 - Slide