Romantiek

Romantiek
1800-1840

1 / 21
next
Slide 1: Slide
TekenenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Romantiek
1800-1840

Slide 1 - Slide

Ben je een romanticus uit de 19de eeuw of niet? Doe de test! 
  • Scan de QR code
  • Vul alle vragen in
  • Bekijk welk op percentage je eindigt
timer
6:30

Slide 2 - Slide

Wat zegt deze quiz nu over jou?
Minder dan 25%
De romantiek is niet aan jou besteed. Je bent nuchter en zakelijk. Sommigen vinden je soms te rationeel. We raden je dringend aan om naar alle Sissifilms te kijken.

Tussen de 25% en de 50%
Er is plaats voor romantiek in je leven, maar toch ben je niet iemand die met je hoofd in de wolken leeft.

Meer dan 50% en minder dan 70%
De romantiek is jouw ding. Veel mensen vinden je artistiek, creatief en gevoelig, maar nuchtere mensen ergeren zich soms aan jou.

70% of meer
Jij bent als romanticus duidelijk in de verkeerde eeuw geboren. Mensen vinden je vreemd, maar dat stoort je niet. Kunst is jouw roeping.

Slide 3 - Slide

Wat weet je over de periode van de Romantiek?

Slide 4 - Mind map

De Romantiek
  • Loopt parallel aan het Neoclassicisme
  • Het is een reactie op het rationele van het Neoclassicisme -> tegenovergesteld (vanuit emotie)
  • Escapisme: Vlucht uit het alledaagse
  • Fantasie, sprookjes, geschiedenis, vluchten uit het alledaagse, gevoel, verbeelding, origineel zijn
  • Ommezwaai in de kunstgeschiedenis 

Slide 5 - Slide

Begrippen
Idealiseren: Iets mooier voorstellen dan het in werkelijkheid is.
Clair-obscur: Een lichteffect met een groot contrast tussen uitgelichte onderdelen op de voorgrond en donkere schaduwplekken op de achtergrond.
Dynamisch: Als een kunstwerk kenmerken heeft die aan beweging doen denken.
Mythologisch: Wat met een klassiek verhaal over Griekse of Romeinse goden te maken heeft.
Het sublieme: verwijst naar het onbevattelijke van wat groots is, de grootsheid, het onmenselijke. 
Exotisme: het hebben van een voorkeur voor het vreemde en onbekende. Met name een hang naar onbekende oorden en exotische landen. 
Oriëntalisme: Vertekende Westerse opvatting van hoe “de Orient” of Oosterse landen zijn en hoe de cultuur is. 

Slide 6 - Slide

Leg uit waarom dit schilderij typisch is voor de 
Romantische schilderkunst. 

Wat betekent exotisme 
(aan de hand van de afbeelding)



Eugene Delacroix - Vrouwen van Algiers (1834)

Slide 7 - Slide

Beschrijf drie aspecten van de voorstelling die dit werk 
zo dramatisch doen overkomen. 

De compositie is dynamisch
Leg uit waardoor dit werk zo dynamisch overkomt. 



Jean Baptiste Carpeaux - Ugolino en zijn zonen (1865-67)

Slide 8 - Slide

Archtitectuur
Bekijk de video en let goed op!

Romantische Architecten hebben 
een sterke hang naar het verleden. 
Naast kastelen zoals Neuschwanstein
worden veel gebouwen voor de opkomst
van de burgerij gebouwd zoals musea,
gemeentehuizen en stations. 

Slide 9 - Slide

Het station van Groningen is grotendeels gebouwd in neogotische stijl. Benoem zo veel mogelijk elementen uit het gebouw die je doen denken aan een middeleeuws gotische kerk.

Slide 10 - Mind map

Het station van Groningen is eclectisch te noemen
Leg uit wat eclectisch of eclecticisme betekent.

Slide 11 - Open question

Leg uit waarom het voor een architect uit de romantiek logisch is om voor neostijlen te kiezen.

Slide 12 - Open question

De Parijse Salon
  • DE Plek om werk tentoon te stellen en
    te kopen als een soort markt
  • Bezoekers uit alle lagen van de bevolking
  • De jury bepaalde (in dienst van de staat)
  • Classicistisch van onderwerp en vorm
  • Veel geweigerde kunstenaars
    -> Salon de Refusés

Slide 13 - Slide

De geboorte van Venus - Alexandre Cabanel 1863
Francisco Goya- De derde mei (1814)

Slide 14 - Slide

Welk schilderij werd goedgekeurd?
De geboorte van Venus
Francisco Goya- De derde mei

Slide 15 - Poll

De geboorte van Venus - Alexandre Cabanel 1863
Francisco Goya- De derde mei (1814)
Waarom wel?
Waarom niet?

Slide 16 - Slide

Thema's in de Romantiek
  • Historische thema’s, vooral het eigen verleden of de middeleeuwen
  • dramatische gebeurtenissen
  • exotische onderwerpen
  • natuur
  • dromen
  • sprookjes
  • bovennatuurlijk
  • een vlucht uit het alledaagse
  • dood
  • liefde en liefdesverdriet
Zwei Männer in Betrachtung des Mondes (1819-1820)
Caspar David Friedrich

Slide 17 - Slide

Sneeuwstorm - stoomboot bij de mond van een haven - William Turner (1842)
Romantiek
Beeldaspecten
  • licht / schaduw
  • kleur / kleurcontrast
  • ruimte / perspectief
  • vorm
  • structuur
  • compositie

Beeldanalyse
  • Wat zie je? (Letterlijk)
  • Wat zie je? (Verhalend/associaties)
  • Waar, wanneer en door wie?

Let op: er is geen eenheidsstijl. De thema's zijn leidend. 

Slide 18 - Slide

Sneeuwstorm - stoomboot bij de mond van een haven - William Turner (1842)

Slide 19 - Slide

Krijtrotsen op Rügen - Caspar David Friedrich (1818)
Geef twee aspecten van de voorstelling en twee aspecten van de vormgeving die dit schilderij typisch maken voor de romantiek

Denk aan:
  • onderwerp en verhaal
  • kleurgebruik en sfeer
  • compositie
  • sfeer
  • manier van schilderen/gebruik van materiaal

Slide 20 - Slide

Krijtrotsen op Rügen - Caspar David Friedrich (1818)
Antwoorden:

Voorstelling, twee van de volgende:
- De figuren ogen klein in vergelijking met de grootsheid van de natuur.
- Het lijkt alsof de figuren weggelopen zijn uit hun dagelijkse bezigheden, om de natuur in te gaan. Ze zijn ontsnapt aan hun gewone leven. 
- Er lijkt iets dramatisch te zijn gebeurd, de houding van de figuren benadrukt een dramatische gebeurtenis. 

Vormgeving, twee van de volgende:
- De dynamische compositie van de omgekeerde driehoek legt de nadruk op de drie figuren onderin beeld.
- De coulissewerking (of het repoussoir). De schaduwen op de voorgrond met de overhangende boom en de lichte krijtrotsen. Er ontstaat een groot licht-donker contrast, wat het werk dramatisch maakt. 
- Het atmosferisch perspectief, waardoor de zee en de lucht in elkaar over te lijken gaan. Het landschap lijkt hierdoor in het oneindige door te gaan. 

Slide 21 - Slide