zinsverbanden blok 5

Lezen
timer
10:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
Leesvaardigheid blok 5
  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg zinsverbanden (uitbreiding)
Komende toetsen:
  • 13 mei leestoets

Doel van deze les: Je kent 4 nieuwe zinsverbanden met bijbehorende signaalwoorden.



Slide 4 - Slide

Mening, argument, tegenargument

Slide 5 - Slide

Mening, argument, tegenargument
mening = iets wat iemand vindt
'Als het weekend is, moet je ook op tijd naar bed.'

argumenten = de redenen waarom iemand dat vindt
'Dan rust je goed uit en kan je er doordeweeks beter leren.'

tegenargument = gaat in tegen het argument
 'Het is juist ook belangrijk om iets leuks te doen in het weekend om te ontspannen en het maakt niet uit als het dan iets later wordt.'

Slide 6 - Slide

Alineaverbanden (vervolg op blok 3)
Welke zins- en alineaverbanden uit blok 3 ken je nog ???


Slide 7 - Slide

Alineaverbanden (vervolg op blok 3)
-Je kent al:
1. uitspraak-opsomming
Ik ga op vakantie en neem een borstel, een handdoek en een zwempak mee. 
2. uitspraak- tegenstelling
Ik houd niet van koude tomaten maar ik houd wel van tomatensoep.
3. uitspraak-voorbeeld
Jan heeft veel hobby's bijvoorbeeld hardlopen en diepzeeduiken. 

Slide 8 - Slide

Alineaverbanden (nieuw)
4. middel - doel: iemand noemt een doel (wat hij wil bereiken) en een middel (wat je nodig hebt om dit te bereiken)

'Om mijn rijbewijs te kunnen halen, moet ik veel geld verdienen.'

signaalwoorden: om..te, waarmee, daarmee, door middel van, het doel is, met dat doel, enz.

Slide 9 - Slide

Alineaverbanden (vervolg)
5. oorzaak -gevolg: precies wat het zegt. Iemand noemt een oorzaak en een gevolg daarvan.

'Gisteren zijn we volledig nat geregend. Daardoor heeft Kim een verkoudheid opgelopen.'

signaalwoorden: daardoor, hierdoor, zodat, waardoor, doordat, ..

Slide 10 - Slide

Alineaverbanden (vervolg)
6. uitspraak - vergelijking: na een uitspraak worden er twee of meer dingen met elkaar vergeleken. 

Nederlandse leerlingen weten wat ze willen. In vergelijking met Belgische scholieren blijken Nederlandse leerlingen erg mondig te zijn.

Signaalwoorden: zoals, hetzelfde, dezelfde, in vergelijking met

Slide 11 - Slide

Alineaverbanden (vervolg)
7. uitspraak -reden: na de uitspraak wordt een reden genoemd. Een reden is waarom iemand iets wel of niet doet. (verschil met gevolg, daar is het wat er logischerwijs uit iets anders voortkomt!)

'Het vriest vandaag, daarom doe ik een winterjas aan.'

signaalwoorden: als, daarom, want, omdat


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Noteerwijze
‘Naar verwachting wordt ruimtetoerisme in de toekomst steeds betaalbaarder en dus toegankelijker voor een groot publiek.’

Welk verband geeft het signaalwoord ‘dus’ hier aan? 
Noteer de delen van dit verband.

Uitspraak-conclusie 
Uitspraak: Ruimtetoerisme wordt in de toekomst steeds betaalbaarder
Conclusie: Ruimtetoerisme wordt toegankelijker voor een groot publiek. 

Slide 14 - Slide

Check
uitspraak-opsomming (ook, verder, daarnaast, ten eerste)
uitspraak-tegenstelling (maar, echter, daarentegen)
uitspraak-voorbeeld (voorbeeld, zoals, zo)
middel-doel (waarmee, daarmee, dmv)
oorzaak-gevolg (daardoor, hierdoor, zodat)
uitspraak-vergelijking (zoals, hetzelfde, dezelfde)
uitspraak-reden (daarom, want, omdat)

Slide 15 - Slide

In Italië is het eten lekker en zijn de mensen vriendelijk. Daarom gaan we er elk jaar naar toe.

Wat voor verband zie je hier?
A
middel-doel
B
oorzaak-gevolg
C
uitspraak-vergelijking
D
uitspraak-reden

Slide 16 - Quiz

Wat is geen signaalwoord van het verband uitspraak-vergelijking?
A
hetzelfde
B
doordat
C
zoals
D
in vergelijking met

Slide 17 - Quiz