2024_week37_2v_les2_Präsens Schwache Verben und haben & sein

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Du hast 3 min für:



  • jas uit / pet en capuchon af
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
Startopdracht: Lees de tekst Berlijn op blz. 10

Slide 2 - Slide

Lesen
  • Lies den Text Berlin auf Seite 10
  • Machen: Aufgabe 5 auf Seite. 11 (welk plaatje past bij welke tekst)
  • In stilte
  • Fertig? Lies Grammatik A auf Seite 11
timer
8:00

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?
  • Leseaufgabe
  • Schema in dein Heft


  • Erklärung Schwache Verben
  • An die Arbeit
  • Erklärung haben & sein
  • Einloggen Na klar online
  • Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

Lernziel
  • am Ende der Stunde kannst die Endungen für die Schwache Verben pro Personalpronomen benennen dadurch, dass du Aufgaben gemacht hast.
  • am Ende der Stunde kannst du für mindestens drei Personalpronomen die Form von haben oder sein benennen dadurch, dass du Aufgaben machst.  


Slide 5 - Slide

Lese Grammatik A, Seite 11 und 
schreibe das Schema in dein Heft.
timer
5:00
sie

Slide 6 - Slide

Schreib mit unter dein Schema!
  • De stam van een werkwoord is het hele werkwoord -en
  • Bij een zwak werkwoord verandert de klinker niet in de verleden tijd en bij een sterk werkwoord wel. Bv. ich gebe------ich gab
  • De vervoeging van de zwakke werkwoorden gaat altijd op dezelfde manier. Bv. ich wohne-------ich kaufe, du wohnst---------du kaufst.
  • De uitgangen van de zwakke werkwoorden worden altijd gevormd door dezelfde letters. (fe)esttenten.
  • Eindigt de stam op een sisklank (-s, -ß, -tz, -x, -z), dan vervalt bij de du-vorm de s. du reist
  • Het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord wordt gevormd met een ge + stam + t (gewohnt)
  • Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord met ge + stam + en (gegangen)

Slide 7 - Slide

Schema invullen
  • Vul in het schema de stam in van het werkwoord wohnen en reisen en kijk bij Grammatik A welke uitgang het woord krijgt. Schrijf de uitgang in een ander kleurtje.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

An die Arbeit
Machen: Aufgabe 7, 8, 9 auf Seite 12

Wie? In stilte

Fertig? Aufgabe 5, Seite 16


timer
10:00

Slide 10 - Slide

Schreib in dein Heft
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
voltooid deelwoord
haben (hebben)
habe
hast
hat
haben
habt
haben
gehabt
sein (zijn)
bin
bist
ist
sind
seid
sind
gewesen

Slide 11 - Slide

Inloggen in het digitale leerboek
  • We gaan via SOM
  • Klik bovenin de werkbalk op digitale leermiddelen
  • Klik dan op Na Klar
  • De klassencode voor 2v2 is: 245528

Slide 12 - Slide

Hausaufgaben 
Afmaken: opdracht 7, 8, 9 blz. 12
Machen: Aufgabe 10 und 11, Seite 13

Machen Na klar online: Klassencode: 245528
Kapitel 1.1, opdracht 2 en 4
Test jezelf 1.1




Slide 13 - Slide

Lernziel
  • am Ende der Stunde kannst die Endungen für die Schwache Verben pro Personalpronomen benennen dadurch, dass du Aufgaben gemacht hast.
  • am Ende der Stunde kannst du für mindestens drei Personalpronomen die Form von haben oder sein benennen dadurch, dass du Aufgaben machst.  


Slide 14 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 15 - Slide

Tschüss :)

Slide 16 - Slide