What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Examenvoorbereiding lezen/luisteren
Examenvoorbereiding lezen/luisteren:
wat weet je nog over tekstsoorten en tekstdoelen?
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Examenvoorbereiding lezen/luisteren:
wat weet je nog over tekstsoorten en tekstdoelen?
Slide 1 - Slide
Maar eerst....
Weet je nog wanneer het examen lezen/luisteren staat ingepland?
A
juni 2025
B
april 2025
C
februari 2025
D
januari 2025
Slide 2 - Quiz
En wat zijn de kenmerken van het CE lezen/luisteren?
A
Je maakt het op papier, het zijn open vragen.
B
Je maakt het op papier, het zijn meerkeuzevragen.
C
Je maakt het op de laptop, het zijn meerkeuzevragen.
D
Je maakt het op de laptop, het zijn open vragen.
Slide 3 - Quiz
Wat moet je altijd bij je hebben in de les? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.
A
Een laptop.
B
De licentie studiemeter.
C
Een pen.
D
Papier
Slide 4 - Quiz
Als je een pen van de docent leent, dan wil zij in ruil daarvoor het liefst:
A
Een kopje koffie
B
Een zakje zoete drop
C
Een reep chocolade
D
Een mueslireep
Slide 5 - Quiz
Het examen lezen / luisteren 3F
Je krijgt 120 minuten de tijd.
Je maakt het examen op de computer.
Je krijgt één totaalcijfer voor lezen en luisteren.
50 à 60 meerkeuzevragen.
Je mag deze hulpmiddelen gebruiken:
- Pen en papier
- Verklarend woordenboek Nederlands!!!
Slide 6 - Slide
Soorten examenvragen
Begrijp je de tekst? Hoofd- en bijzaken onderscheiden. Betrouwbaarheid van een tekst.
Betekenis
Voorbeeld vraag over betekenis woord / zin
Slide 7 - Slide
Vragen over tekstdoelen - welke vijf tekstdoelen zijn er ook al weer?
Slide 8 - Open question
Informeren
Instrueren
Overtuigen
Activeren
Betoog
Recept
Gebruiksaanwijzing
Nieuwsbericht
Interview
Ingezonden brief
Opiniestuk
Reclamefolder
Recensie
Achtergrondartikel
Slide 9 - Drag question
Vragen over onderwerp en hoofdgedachte
Onderwerp
- waar gaat de tekst over in een of enkele woorden?
Hoofdgedachte -
wat wordt er in één zin over dat onderwerp gezegd in de tekst ? (
Ook wel: de kortst mogelijke samenvatting van de tekst
)
Slide 10 - Slide
Makers van een krant willen je vooral
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Informeren
D
Activeren
Slide 11 - Quiz
Activeren is hetzelfde als...
A
Overhalen
B
Een handleiding geven
C
Informeren
D
Instrueren
Slide 12 - Quiz
Welke tekstvorm is géén informerende tekst?
A
filmrecensie
B
nieuwsbericht
C
schoolboek
D
verslag
Slide 13 - Quiz
Wat is het tekstdoel van een betoog?
A
amuseren
B
overtuigen
C
activeren
D
informeren
Slide 14 - Quiz
Welke tekstvorm is geen activerende tekst?
A
affiche
B
advertentie
C
ingezonden brief
D
stakingsoproep
Slide 15 - Quiz
In welk tekstdeel wordt de hoofdgedachte vaak herhaald of samengevat?
A
In de inleiding
B
In de lead
C
In de tweede alinea
D
In het slot
Slide 16 - Quiz
Vragen over tekstrelaties
Tekstverbanden
Wat voor een verband hebben twee of meerdere alinea's met elkaar?
Signaalwoorden
Woorden die een signaaltje afgeven waaraan je het tekstverband kunt herkennen.
Slide 17 - Slide
Conclusie
Tegenstelling
Reden / argument
Oorzaak-gevolg
hoewel
dus
kortom
doordat
echter
want
daarom
toch
desondanks
als gevolg van
omdat
concluderend
maar
Slide 18 - Drag question
Vragen over de functie van een tekstdeel
Bijvoorbeeld:
Wat is de functie van de eerste vetgedrukte alinea?
Wat is de bedoeling van het tekstdeel in het kader?
Let op:
De inhoud van de tekst
De plaats van een tekstdeel (inleiding / slot)
De vormgeving en manier van presenteren
Slide 19 - Slide
Welke functies kan een inleiding van een tekst hebben?
A
Nieuwsgierig maken
B
Onderwerp introduceren
C
Conclusie geven
D
Aankondigen hoe de tekst in elkaar zit
Slide 20 - Quiz
Vragen over feiten en meningen - wat is het verschil tussen feiten en meningen?
Slide 21 - Open question
Bestaat een informatieve tekst alleen maar uit feiten?
A
Ja, er worden geen meningen in genoemd
B
Nee, in een informatieve tekst staan vaak feiten, maar er kunnen net zo goed meningen in staan
C
Nee, in een informatieve tekst worden vooral meningen genoemd, maar wel van voor- & tegenstanders
Slide 22 - Quiz
Standpunten en argumenten
Standpunt
- de mening die iemand over een onderwerp heeft.
Ik vind dat... / Mijn mening is...
Argument
- redenen waarmee je een ander overtuigt om er net zo over te denken.
Want, daarom, omdat,
Slide 23 - Slide
Wat zijn aanwijzingen voor een betrouwbare tekst?
A
Voor- en tegenstanders komen allebei aan het woord.
B
De auteur of programmamaker neemt zelf een duidelijk standpunt in.
C
Feiten worden objectief beschreven en de bronnen worden vermeld.
Slide 24 - Quiz
Hoe kun je je voorbereiden?
Ga naar:
oefen facet
examen 2023-2024
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Examenvoorbereiding lezen/luisteren
11 days ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Examenvoorbereiding lezen/luisteren
15 days ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Examenvoorbereiding lezen/luisteren
11 days ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Les 6: Examenvoorbereiding lezen/luisteren
February 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Examenvoorbereiding lezen/luisteren
September 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Examenvoorbereiding lezen/luisteren 3F
December 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Examenvoorbereiding lezen/luisteren 3F
February 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Les 6: Examenvoorbereiding lezen/luisteren
December 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4