This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Burgerschap
5.3 Welke partij past bij mij?
Slide 1 - Slide
Vorige les
Na de verkiezingen
Formatie
Zetelverdeling
Oppositie
Coalitie
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Je kent verschillen tussen vijf politieke stromingen
Je kunt bij iedere politieke stroming een voorbeeld van een partij noemen
Je kunt uitleggen waarom een politieke stroming of partij jou aanspreekt.
Slide 3 - Slide
5.3 opdracht 1
1. Welke politieke partijen ken je en welke politici horen daarbij?
Slide 4 - Slide
Politieke stromingen
Verschillende ideeën over hoe het volk
het best bestuurd kan worden.
Sociaal democratisch
Liberaal
Levensbeschouwelijk
Populistisch
One-issue
Slide 5 - Slide
= GELIJKHEID
De overheid moet ervoor zorgen dat er goede voorzieningen zijn voor iedereen.
De welvaart moet eerlijk verdeeld worden
De overheid moet actief ingrijpen om dat te bewerkstelligen
Voorzieningen als zorg moeten door de overheid geregeld worden
Sociaaldemocratische partijen
Slide 6 - Slide
= VRIJHEID
Individuen en bedrijven moeten zich "in alle vrijheid" kunnen ontwikkelen.
De overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien met de samenleving.
De zorg kan bijvoorbeeld best door "de markt" geregeld worden.
De consument kiest dan vanzelf voor de meest efficiënte aanbieders.
Liberale partijen
Slide 7 - Slide
= GELOOFSWAARDEN
De overheid moet terughoudend zijn en moet allerlei zaken aan de samenleving overlaten.
Zorg is niet alleen de taak van overheid, burgers kunnen dit zelf ook organiseren.
Levensbeschouwelijke partijen
Slide 8 - Slide
= GEVOEL VAN DE KIEZER
Standpunt bepaald op basis van emoties en opvattingen van groepen in de samenleving.
Zaken waar deze groepen zich kwaad over maken via de politiek veranderen.
Kritisch over het functioneren van de overheid.
ook organiseren.
Populistische partijen
Slide 9 - Slide
= EEN POLITIEK ONDERWERP
Vinden dat de overheid meer aandacht moet besteden aan hun onderwerp.
One-issue partijen
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Het verschil tussen rechts en links is het verschil tussen socialisten en liberalen.
Links: grote rol overheid, eerlijke kansen voor iedereen, gelijke welvaart kern begrip: gelijkheid.
Rechts: Kleine rol overheid, zelfverantwoordelijkheid, meer marktwerking. Kernbegrip: Vrijheid.
links gaat over het algemeen uit van de maatschappij en rechts van hetindividu.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Opdracht 5 kritisch denken
Hoe bescherm ik me tegen internetcriminelen?
Slide 14 - Slide
Hoe kun je internetcriminaliteit voorkomen?
Hoe voorkom je dat je slachtoffer wordt van nepmails en identiteitsfraude?
De overheid financiert voorlichting om de burger te beschermen tegen internetcriminaliteit. In de campagne 'Maak ze het niet te makkelijk', geeft de overheid deze tips:
Voer updates altijd gelijk uit.
Leer foute links herkennen
Gebruik verschillende wachtwoorden
Gebruik altijd een virusscanner
Maak regelmatig een back-up.
Op veiliginternetten.nl geeft de overheid nog meer informatie om veilig te internetten.
Slide 15 - Slide
Welke van de 5 tips pas jij regelmatig toe?
Slide 16 - Slide
Wat is jouw belangrijkste tip voor anderen om misbruik te voorkomen?
Slide 17 - Slide
Beantwoord onderstaande vragen:
Wat vind jij? Moet de overheid burgers actief voorlichten over internetcriminaliteit, of is dat de verantwoordelijk-heid van burgers zelf?
Waarom vind je dat?
Slide 18 - Slide
Opdr. 6 Hoe stemt jouw klas?
Ga naar:
www.watzegtmijnpartij.nl
Check de verschillende standpunten van partijen en maak onderdeel 2 en 3 van de opdracht.