Klas 2 - Week 7.2

English
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

What are we going to do today?
  • Free Working Space: Bijwerken huiswerk
    Ondertussen:
  • Vragen over hoofdstuk 1?
  • Woordjes leren
  • Opdracht irregular verbs afmaken. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Free Working Space
Je moet gemaakt hebben:
Hoofdstuk 1 B: 11, 12, 13 , 14.
Hoofdstuk 1 C: Alle opdrachten
Hoofdstuk 1 E: Alle opdrachten (behalve met filmpjes/geluid)
Hoofdstuk 1 I: Alle opdrachten (behalve met filmpjes/geluid)

Leer/oefen de Stones uit Hoofdstuk 1 D en Hoofdstuk 1 H.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

The Internet
The Internet started in the 1960s. The United States Department of Defense started it because they wanted a computer network to help the American army. In the 1970s, scientists worked on it and learned how to send messages between computers. Then in the 1980s, telephone companies made it possible to communicate on the computer network in many more countries. An International computer language was born, and the internet went global. So, did people find the internet useful back then? Many people did not use the Internet because they did not have computers to use it.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Grammar
  • Is this text about the past or the present? How can you tell?

    "In the 1970s, scientists worked on it and learned how to send messages between computers."
  •  Is the action in this sentence still going on, or is it finished?

  • How can you tell the verb is in the past tense?

Slide 5 - Slide

- The time is mentioned (1960s, 1970s, 1980s)
- The sentence describes something that happened in the past and is now finished.
- The verbs are in the past tense, ending in '-ed'.
Grammar
We gebruiken de Past Simple om aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is en nu afgelopen is.

Vaak staat er een tijd genoemd in de zin, bijvoorbeeld: Last week, yesterday, a while ago, in the 1980s.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Grammar
Het werkwoord verandert als de zin in de Past Simple vorm staat. Er komt '-ed' achter het hele werkwoord:

My father cooked last night / I watched the news this morning.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een paar uitzonderingen!
Eindigt het hele werkwoord op een -e, dan komt er alleen een -d achter het woord:
'Yesterday during lunch he shared his food'

Eindigt het werkwoord op een medeklinker + y, Dan verandert de y in een i:
'My sister married her boyfriend last summer'
Maar wel gewoon:
'She played the piano one week ago'   - Waarom? 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Grammar
"So, did people find the internet useful back then?"
Welke tijd staat deze zin? Waaraan herken je dat?

'Many people did not use the Internet because they did not have computers to use it.'
Welke tijd staat deze zin? Waaraan herken je dat?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Grammar
  • Om vragen te maken in de Past Simple gebruik je:
    Did + het onderwerp + het hele werkwoord.
    Er komt dan GEEN -ed achter het werkwoord, 'did' is namelijk al de verleden tijdsvorm! 
  • Om ontkenningen te maken in de Past Simple gebruik je:
    Didn't + het hele werkwoord
    Ook hier komt er geen -ed achter het werkwoord, 'didn't' of 'did not' is al verleden tijd!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruiken we de Past Simple?
A
Om aan te geven dat iets vroeger gebeurd is en nog steeds aan de gang is.
B
Om aan te geven dat iets vroeger gebeurd is en nu afgelopen is.
C
Om het te hebben over iets makkelijks uit het verleden.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kunnen we herkennen dat een zin of tekst in de Past Simple staat?
A
Er staat dan vaak een tijd in het verleden genoemd
B
Je kunt het zien aan het werkwoord in de zin
C
Allebei de antwoorden kloppen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verandert het werkwoord (meestal) in de Past Simple vorm?
A
Er komt een -s achter
B
Er komt -ed achter
C
Er komt -ing achter

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Grammar recap: Past Simple
Het werkwoord verandert als de zin in de Past Simple vorm staat. Er komt '-ed' achter het hele werkwoord:
  

My father cooked last night / I watched the news this morning.

Maar er zijn ook uitzonderingen! Wat gebeurt er als het werkwoord op een medeklinker + y eindigt? Of op een '-e'?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Yesterday, during lunch he _____ (share) his food.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Last summer, my sister ______ (marry) her boyfriend.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Grammar recap: Past Simple
Eindigt het hele werkwoord op een -e, dan komt er alleen een -d achter het woord.
'Yesterday during lunch he shared his food'

Eindigt het werkwoord op een medeklinker + y, Dan verandert de y in een i:
'My sister married her boyfriend last summer'

Maar wel gewoon:
'She played the piano one week ago' - Waarom? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions