Thema 5, H1 woordenschat deel 1

Nederlands
Thema 5 hoofdstuk 1

Woordenschat
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Thema 5 hoofdstuk 1

Woordenschat

Slide 1 - Slide

Doel
Aan het einde van deze les:

Ken ik de betekenis van de themawoorden over vervoer

Slide 2 - Slide

Terugblik op de start

Slide 3 - Slide

Start
Blz 18 en 19

We lezen en bespreken de woorden van het thema en hun betekenissen
Zijn alle woorden duidelijk?

Slide 4 - Slide

Samen oefenen
Je krijgt zometeen 5 plaatjes en/ of zinnen te zien

Weet jij welk woord erbij hoort?

Probeer het te doen zonder in je boek te kijken

Slide 5 - Slide

Welk woord:
De conducteur

Slide 6 - Open question

Welk woord past bij het plaatje?

Slide 7 - Open question

Welk woord past bij deze betekenis?
De drukste uren in het verkeer, bijvoorbeeld in de ochtend of middag
A
het verkeer
B
de reisplanner
C
De spits
D
het openbaar vervoer

Slide 8 - Quiz

Welk woord past bij deze betekenis?

Slide 9 - Open question

Puzzelen
Op de volgende dia's staan woorden van dit hoofdstuk.
De letters staan door elkaar.
Weet jij welk woord er staat?
Spieken mag als je het niet weet.

Slide 10 - Slide

Puzzelen: welk woord staat hier?
rkeveer

Slide 11 - Open question

Puzzelen: welk woord staat hier?
teginsrgelined

Slide 12 - Open question

Puzzelen: welk woord staat hier?
itpss

Slide 13 - Open question

Puzzelen: welk woord staat hier?
aobenapr oveerrv

Slide 14 - Open question

Maken
timer
15:00
Blz 21, opdracht 2
blz 22, opdracht 3
blz. 23 + 24, opdracht 4

Klaar? 
Online op Studimeter oefenen
Thema 5, vervoer --> Hoofdstuk 1 woordenschat

Slide 15 - Slide

Nabespreken
Blz. 20 en 21

Slide 16 - Slide