Beeldaspect Vorm BAV 3T - ingekort

1 / 18
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Beeldaspect VORM

Slide 2 - Slide

vorm

Slide 3 - Mind map

Vorm:
Abstract - figuratief
2D, vlak - 3D, ruimtelijk
Open - gesloten
geometrisch - organisch
vormcontrast
restvorm
silhouet
gestileerd - geabstraheerd - gedetailleerd
maatverhouding

Slide 4 - Slide

Figuratief => herkenbaar!
Realistisch>

        Geabstraheerd >

                                          Gestileerd>

                                                            Gedetailleerd >

Slide 5 - Slide

Vorm
Van figuratief naar abstract

Slide 6 - Slide

VORM

Slide 7 - Slide

gedetailleerd
gestileerd

Slide 8 - Slide

VORM en RESTVORM:
(de ‘hoofdvorm’ en) de vorm die overblijft.

Slide 9 - Slide

SILHOUET:
Schaduwvorm.

Slide 10 - Slide

De grootte ten opzichte van andere afmetingen (proportie in verhouding).
Maatverhouding:

Slide 11 - Slide

Abstract
Gesloten vorm
Vereenvoudigd
Massief
Open vorm

Geabstraheerd
Schematisch
Gestroomlijnd
Geometrisch
Restvorm
Gedetaileerd
Maatverhouding
Gestileerd
vormcontrast
organisch
Figuratief
Silhouet
vlak
Volume
Vormsoort

EVEN OEFENEN

Slide 12 - Slide

Tweedimensionaal
samengestelde vorm 
Geometrisch vorm
Organische vorm

Slide 13 - Drag question

Abstract
Figuratief
Geometrisch vorm
Organische vorm

Slide 14 - Drag question


Dit is een....
A
geometrische vorm
B
tweedimensionale vorm
C
organische 3d vorm
D
restvorm

Slide 15 - Quiz

Sleep de begrippen naar de juiste plaatjes
Een driedimensionale vorm
Een open vorm
Een geometrische vorm
Een plastische vorm
Een platte vorm

Slide 16 - Drag question

Wat is een organische vorm?
A
Een vorm die lengte en breedte heeft
B
een vorm afgeleid van mensen, dieren, planten
C
een wiskundige vorm
D
een vorm die lengte, breedte en diepte heeft

Slide 17 - Quiz

Je ziet hier een vormcontrast tussen een organische en geometrische vorm.
Wat is een vormcontrast?
A
Meerdere vormen op een blad
B
Als je verschillende vormen gebruikt
C
Een tegenstelling in vormsoorten
D
Geen van de andere antwoorden

Slide 18 - Quiz