4.2 Politieke socialisatie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4.2 Politieke socialisatie

Ik heb er begrip voor dat er gestaakt wordt in het openbaar vervoer voor een beter loon.

Ja

Nee

Leerdoelen 4.2 

- Ik ken en herken drie manieren om met conflicten om te gaan. 

- Ik ken en herken het kernconcept politieke socialisatie

Omgaan met conflicten

In een (democratische) staat botsen de belangen van verschillende groepen wel eens. Hoe kun je daarmee omgaan?

Conflictmodel: actoren strijden voor eigen doelen en belangen door het inzetten van 'strijdmiddelen', zoals  het beïnvloeden van de politiek en de bevolking via de media.

Harmoniemodel/poldermodel: de nadruk ligt op overleggen en het bereiken van consensus. (Consensus: een breed gedragen overeenstemming tussen actoren met verschillende doelen/belangen)

1. Voorbeelden van het conflictmodel zijn stakingen en een bedrijf zwart maken op tv.
2. Als twee partijen met elkaar in gesprek zijn, is er automatisch sprake van het harmoniemodel.

1. Beide juist
2. 1. juist, 2 onjuist
3. 1. onjuist , 2. juist
4. Beide onjuist

Wat is ook alweer de definitie van het KC socialisatie?

Politieke socialisatie

Politieke socialisatie: het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van groepen of de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en omgang met anderen. 

Wie leren je de politieke cultuur aan? Ouders, de media maar ook het politieke systeem dat we hebben. 

Politieke socialisatie

Politieke socialisatie: het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van groepen of de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en omgang met anderen. 

Wie leren je de politieke cultuur aan? Ouders, de media maar ook het politieke systeem dat we hebben. 

Bedenk een verklaring voor het verschil in bereidheid om te demonstreren tussen West- en Oost-Europa

Opdracht 

Doel: ik kan het kernconcept politieke socisialisatie herkennen in een onbekende bron.

Lees de tekst door en maak vraag 1 t/m 4. 

Moeilijk: vraag eerst je buur, daarna pas mij. 

Je hebt 15 minuten. 

We bespreken kort samen na.

Klaar? Maak ook vraag 4.

Bespreek met elkaar:

- Welke manier van conflicten oplossen gebruik jij meestal?

- Wat maakt het voor je politieke socialisatie uit of je in een dictatuur of een democratie geboren bent?