oefenen 1

Het kabinet dient het algemeen belang. Wat is algemeen belang?
A
Iets waar volksvertegenwoordigers hun voordeel uit halen.
B
Iets waar een (groot) deel van de samenleving hun voordeel uit haalt.
C
Het belang van een Tweede kamerlid
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Het kabinet dient het algemeen belang. Wat is algemeen belang?
A
Iets waar volksvertegenwoordigers hun voordeel uit halen.
B
Iets waar een (groot) deel van de samenleving hun voordeel uit haalt.
C
Het belang van een Tweede kamerlid

Slide 1 - Quiz

Hoe noem je het recht om jezelf verkiesbaar te stellen?

Slide 2 - Open question

Liberalisme
Christendemocraten
Sociaaldemocraten 
Vrijheid en een kleine overheid
Gelijkheid en een grote overheid
Naastenliefde en de overheid helpt waar nodig

Slide 3 - Drag question

Wat is actief kiesrecht?
A
Het recht om je verkiesbaar te stellen
B
Het recht om te mogen stemmen

Slide 4 - Quiz

Linkse partijen zijn.....
A
SGP, VVD
B
GroenLinks-PvdA, SP
C
D66, CDA
D
PVV, VVD

Slide 5 - Quiz

Het liberalisme is...
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die luistert naar het volk, en met 'gemakkelijke' oplossingen problemen probeert op te lossen 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Een stroming die streeft naar een zo groot mogelijke vrijheid

Slide 6 - Quiz

Passieve overheid
A
Links
B
Rechts

Slide 7 - Quiz

Deze stroming wil een actieve overheid en ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie

Slide 8 - Quiz

Economische vrijheid en persoonlijke vrijheid zijn belangrijkste waarde van:
A
Sociaaldemocratie
B
Christendemocratie
C
Liberalisme

Slide 9 - Quiz

Welke partij vindt naastenliefde het meest belangrijk?
Welke partij vindt naastenliefde het meest belangrijk?
A
SP
B
PvdA
C
ChristenUnie
D
D66

Slide 10 - Quiz

SGP
Coalitie
Oppositie
CDA
VVD
Christenunie
D66
PVV
SP
GroenLinks
DENK

Slide 11 - Drag question

Regeerakkoord
Regering
Kabinet
Een lijst van afspraken die de regerende partijen hebben gemaakt over het beleid dat ze gaan voeren.
Bestaat uit de koning en de ministers.
Bestaat uit de ministers en staatssecretarissen.

Slide 12 - Drag question

Met een wetsvoorstel kan een wet worden gemaakt of aangepast.

Wie mag er een wetsvoorstel doen?
A
Minister en de Tweede kamer
B
De rechters
C
De politie
D
Iedereen die ouder is dan 18 jaar.

Slide 13 - Quiz

Wat houdt de motie van wantrouwen van de SP in?

Dat de SP …
A
de uitgaven van het ministerie gaat controleren.
B
een discussiepunt indient over een wetsvoorstel van de minister.
C
een onderzoek instelt naar het functioneren van de minister.
D
vindt dat de minister niet goed functioneert en wil dat hij aftreedt.

Slide 14 - Quiz

De motie van wantrouwen haalde het net niet, bij hoeveel stemmen wordt een motie aangenomen?
A
70
B
75
C
76
D
78

Slide 15 - Quiz

Wat is het recht van initiatief?
A
Het parlement (Eerste en Tweede Kamer samen) mag wetsvoorstellen aanpassen.
B
Het parlement mag op initiatief van het kabinet regeren.
C
Het kabinet mag op initiatief van de Tweede Kamer regeren.
D
De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen indienen. De Eerste Kamer mag dit niet.

Slide 16 - Quiz

Eerste Kamer 

Tweede Kamer

Direct gekozen door de bevolking.
Indirect gekozen door de Provinciale Staten.
geen recht van inititief
Recht van initiatief

Slide 17 - Drag question

Wetgevend

Controlerend
recht om wetsvoorstel goed of af te keuren
Vragenrecht
ministers en staatssecretarissen ter verantwoording te roepen in debat, waaronder het dertigledendebat
Recht v. initiatief
Budgetrecht
Recht van enquete
Recht v. amendement

Slide 18 - Drag question


De Koning leest voor uit de ....
(de Koning spreekt de ................. uit)
A
de Miljoenennota
B
de Rijksbegroting
C
de Troonrede
D
het Regeerakkoord

Slide 19 - Quiz

Begrip:
Omschrijving
De verwachte inkomsten en uitgaven van de regering voor het komende jaar
Toelichting en uitleg van de Rijksbegroting
De plannen van de regering voor het komende jaar
Hierin zit de rijksbegroting en de miljoenennota, wanneer de minister deze aanbiedt aan de Tweede Kamer
Koffertje
Rijksbegroting
Troonrede
Miljoenennota

Slide 20 - Drag question

Wat is een coalitie?
A
Politieke partijen die samen een regering vormen
B
Politieke partijen die met wetsvoorstellen komen
C
De regering die bestaat uit koning en ministers
D
De Eerste en de Tweede Kamer samen

Slide 21 - Quiz

Trias Politica 
Wetgevende macht 
Uitvoerende macht 
Rechtelijke macht 

Slide 22 - Drag question

de Scheiding der Machten: Trias Politica
de rechtbanken
parlement
regering: premier + ministers

Slide 23 - Drag question

Belangen en/of Pressiegroepen
A
Plannen die per wijk opgesteld worden in overleg met bewoners, lokale organisaties en instellingen over te behalen resultaten.
B
Groepen die langs allerlei wegen druk  proberen uit te oefenen op mensen van wie ze wat gedaan willen krijgen.
C
Belangen die voor iedereen gelden.
D
Belangen die voor jou als individu gelden.

Slide 24 - Quiz

Wetgevende macht 
Uitvoerende macht
Voorzitter dagelijks bestuur
Rijk
Minister president
Provincie
Provinciale Staten
Commisaris van de Koning 
Gemeente
Kabinet
Burgemeester
Parlement
Gemeenteraad
Gedeputeerde Staten
College van B&W

Slide 25 - Drag question

Een burgemeester
wordt
A
Gekozen door het volk
B
BENOEMD (vacature)

Slide 26 - Quiz