This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoelen:
- Je weet wat internationale handel is. - Je weet waarom we producten exporteren. - Je weet waarom we producten importeren. - Je weet wat het verschil is tussen een open en een gesloten economie. - Je kunt uitleggen wanneer je vreemd geld gebruikt.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Welke producten gebruiken wij die uit een ander land komen?
Slide 4 - Open question
Welke producten verkopen wij aan andere landen?
Slide 5 - Open question
Hoort Nederland bij de rijke of armee landen en waarom?
Slide 6 - Open question
Internationale handel:
wij kopen van en verkopen aan andere landen.
Slide 7 - Slide
Bloemen kun je het best exporteren met
A
de boot
B
de trein
C
het vliegtuig
D
de vrachtauto
Slide 8 - Quiz
Olie kun je het best vervoeren met
A
de boot
B
de trein
C
het vliegtuig
D
de auto
Slide 9 - Quiz
Export:
Wij verkopen producten of diensten aan het buitenland.
Slide 10 - Slide
Welke diensten verkopen wij aan het buitenland?
Slide 11 - Open question
Import:
Wij kopen goederen of diensten van het buitenland.
Slide 12 - Slide
Waarom kopen wij goederen of diensten van het buitenland?
Slide 13 - Open question
Open economie:
een land importeert en exporteert veel goederen en diensten.
Slide 14 - Slide
Gesloten economie:
Een land importeert en exporteert in verhouding weinig.
Slide 15 - Slide
Welk land heeft een open economie?
A
Rusland
B
Nederland
C
China
D
Noord Korea
Slide 16 - Quiz
Welk land heeft een gesloten economie?
A
Duitsland
B
Noorwegen
C
Engeland
D
Amerika
Slide 17 - Quiz
Vreemd geld:
buitenlands geld. Dit is geld waarmee je in landen buiten de Europese Muntunie moet betalen.
Dit geld kun je bij de bank kopen.
Slide 18 - Slide
Ik maak gebruik van vreemd geld als ik op vakantie ga naar .....