(3havo/vwo) H4 Veranderingen in Europa paragraaf 4

Planning:
  • Nakijke
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H4
  • maken opdracht 2,3,5,7
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • uitleggen wat de Europese Unie is.
  • waarom de Britten het wilde verlaten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • Nakijke
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H4
  • maken opdracht 2,3,5,7
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • uitleggen wat de Europese Unie is.
  • waarom de Britten het wilde verlaten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Slide

Wat is de EU?
  • De Europese Unie (EU): maar vrede en welvaart. > 27 landen na de brexit
  • Vanaf 1986 interne markt:      
  • - vrij verkeer van personen, goederen, diensten en geld tussen de lidstaten.    
  • - gemeenschappelijke grote afzetmarkt      - steeds meer (politieke) samenwerking
  • Vanaf 2002 voeren steeds meer landen de euro in.

Slide 4 - Slide

Wat is de EU?
  • Vanaf 2010 steeds grotere meningsverschillen tussen EU-landen.
  • grootste thema’s: geld en vrij verkeer van personen .
  • 2016 uitslag referendum in Verenigd Koninkrijk: brexit: Britain en Exit (2020 VK officieel uit de EU)

Slide 5 - Slide

Remain or leave?
  • Waarom stemde een meerderheid voor de brexit?
  • Minder EU-regels, meer zelf te zeggen.     VK kan zelf (handels) overeenkomsten sluiten
  • Meer controle over de eigen grenzen.  
  • alle EU-lidstaten zijn onderdeel van een douane-unie:     
  • - geen invoerrechten tussen EU-landen           
  • - dezelfde invoerrechten voor alle andere landen
  • wie mogen in het VK komen wonen en werken
  • Geen contributiebetalingen meer aan de EU.

Slide 6 - Slide

mogelijkheden?
  • Drie mogelijkheden om uit de EU te stappen:
  • 1 harde brexit: - geen EU - geen douane-unie - geen interne markt vrijhandelsovereenkomst met de EU
  • 2 zachte brexit: - geen EU - wel vrij verkeer van personen - wel Europese Hof van Justitie - wel contributiebetalingen
  • 3 tweede referendum: kwam er niet.
  • 31 januari 2020: uit de EU, maar: hard of zacht?

Slide 7 - Slide

backstop
Belangrijk punt van de onderhandelingen:      
  • de backstop: geen douanecontrole tussen Ierland en Noord-Ierland
  • Maar als die grens open blijft:      
  • - controles nodig tussen Noord-Ierland en de rest van het VK     
  •  - Noord-Ierland moet allerlei EU-regels blijven volgen
  • VK is tegen backstop. reden: VK kan alleen met instemming EU een einde maken aan de backstop      voorstel: backstop met einddatum reactie EU: tegen einddatum

Slide 8 - Slide

B14 Dimensies
  • Dimensies / invalshoeken van waaruit je een gebied of gebeurtenis kunt bekijken:
  • Economische dimensie: (het bezit van) grondstoffen, werk, geld.
  • Sociaal-culturele dimensie: hoe mensen met elkaar willen omgaan en hoe ze voor elkaar zorgen.
  • Politieke dimensie: gaat over het verdelen van de macht.
  • Fysische dimensie: vanuit de belangen van de natuur.

Slide 9 - Slide

B267 Economische machtsblokken

  • Economisch machtsblok = gebied dat economisch sterk is doordat:      
  • - er veel goederen worden geproduceerd      
  • - en er een grote koopkrachtige markt is.
  • vb: Europese Unie, NAFTA, ASEAN
  • Gunstig voor eigen bevolking, ongunstig voor landen erbuiten.
  • weinig kans op verkoop producten voor periferielanden. WTO voert overleg over wereldwijde handel.
  • Organisatie die de periferie helpt: Fairtrade original

Slide 10 - Slide

B268 Europese integratie

  • Europese Unie (EU) = politiek en economisch      samenwerkingsverband tussen 27 landen in Europa.
  • vrede bewaren en welvaart verhogen
  • Maatregelen om goed te kunnen samenwerken:     
  • - veel gelijke wetten en regels     
  • - geen onderlinge tariefmuren     
  • - de euro
  • Europese integratie = de ontwikkeling om in Europa tot meer eenheid te komen.
  • Landen / gebieden die juist minder samenwerking willen: + brexit, Groot-Brittannië + Catalunya, Spanje

Slide 11 - Slide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 H4 + B14, B19, B267 ,B268
maken opdracht 2,3,5,7
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 62/63
  • werkboek blz. 74/74/76
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 12 - Slide

herhalen/nabespreken

Slide 13 - Slide

Wat zijn de voordelen van de
Europese Unie?
A
Het is gezellig
B
De grenzen zijn open voor handel (goederen) en mensen. Er is ook minder kans op oorlog.
C
We spreken nu allemaal één taal.
D
De landen liggen nu dichter bij elkaar. Er is ook minder kans op oorlog.

Slide 14 - Quiz

Wat is geen voordeel van de Europese Unie?
A
We kunnen samen belangrijke zaken regelen.
B
Er is een Europees leger dat onze veiligheid garandeert.
C
Je mag in Europa vrij reizen en handelen.
D
Je kunt in veel landen met de Euro betalen.

Slide 15 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de Europese Unie?
A
Alle landen doen mee aan de Euro
B
Economisch sterk, politiek zwak
C
Het Europese parlement heeft beperkte macht
D
Tussen sommige landen is vrij verkeer mogelijk

Slide 16 - Quiz

Wat wil de Europese Unie vooral?
A
Veiligheid en economische groei
B
Vrede en welvaart
C
Welvaart en welzijn
D
Vrede en meer geld

Slide 17 - Quiz

vandaag heb ik geleerd:

Slide 18 - Open question

vandaag vind ik nog moeilijk:

Slide 19 - Open question