H4/5 argumenteren hoofdstuk 1 KE

Argumenteren hoofdstuk 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Argumenteren hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Wat is een standpunt?

Slide 2 - Open question

Standpunt
Mening
Feit
Die gele hesjes zijn lelijk.
Het stewardsysteem moet worden afgeschaft.
In havo 5 ben je geen steward meer.

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Video

Bij een standpunt hoort een 
ARGUMENT,
liefst meer dan één!

Slide 5 - Slide

Wat is het standpunt?
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij.
B
Je kunt er beter niet aan deelnemen.

Slide 6 - Quiz

Wat is het standpunt?
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen.
B
Hij is immers veruit de beste in de debatten.

Slide 7 - Quiz

Wat is het standpunt?
Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden. Leerlingen kunnen er echt geen nuttige dingen
mee doen.
A
Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden.
B
Leerlingen kunnen er echt geen nuttige dingen mee doen.

Slide 8 - Quiz

Soorten argumenten
feitelijke --> objectief en controleerbaar
waarderende --> subjectief en niet controleerbaar

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welk soort argument?
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 11 - Quiz

Welk soort argument?
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 12 - Quiz

Welk soort argument?
Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden. Leerlingen kunnen er echt geen nuttige dingen
mee doen.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 13 - Quiz

Weerlegging
Het stewardsysteem is een goed systeem
WANT:
de school is opgeruimder = argument
MAAR:
dat is niet zo; er ligt nog zo veel rommel na de pauzes

Slide 14 - Slide

Weerlegging
Standpunt

Argument

Weerlegging van het argument

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Tegenargument
Het stewardsysteem is een goed systeem.

Maar het zorgt er niet voor dat de school schoner is.

Slide 17 - Slide

Tegenargument
Standpunt 

Tegenargument

Slide 18 - Slide

Is B een weerlegging of tegenargument?
A. Volgens mij kun je beter blijven zitten, want dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers.
B. Maar dat kost me wel een heel jaar.

A
Weerlegging
B
Tegenargument

Slide 19 - Quiz

Is B een weerlegging of tegenargument?
A. Omdat er helemaal geen alcoholische versnaperingen te krijgen zijn, is Iran geen geschikt
vakantieland voor levensgenieters.
B. Als je de juiste kanalen kent, kun je er heus wel bier en wijn kopen

A
Weerlegging
B
Tegenargument

Slide 20 - Quiz

Is B een weerlegging of tegenargument?
A. Roken bekort het leven met acht jaar. Roken moet helemaal verboden worden.
B. Mensen moeten zelf weten of ze roken of niet.
A
Weerlegging
B
Tegenargument

Slide 21 - Quiz

Nut van argumenteren?

Slide 22 - Mind map