1TH Woordenschat H3 (+ oefening werkwoordspelling)

Welkom 1B!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 1B!

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Ik kan pvtt, pvvt en voltooid deelwoord correct spellen
- Ik ken het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
- Ik kan de betekenis van moeilijke woorden raden aan de hand van voorbeelden

Slide 2 - Slide

Opdracht werkwoordspelling
Pak pen en papier voor...
- vijf zinnetjes met een pvtt
- vijf zinnetjes met een pvvt
- vijf zinnetjes met een voltooid deelwoord

Doe je best; dit is een belangrijke oefening 
voor de so die je (vanaf) volgende week gaat maken!

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
1. Leroy ... (durven) bijna alles!
2. Samantha ... (feliciteren) Ruben met zijn verjaardag.
3. Ons basketbalteam ... (worden) morgen waarschijnlijk kampioen.
4. Brody ... (verkennen) de omgeving van het kampterrein.
5. ... (braden) jouw oma nog iedere zondag een rollade?

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
1. De stratenmakers ... (verbreden) gisteren de stoep voor ons huis.
2. De roddel over mijn broer ... (worden) door iedereen doorverteld.
3. Tijdens de vorige les ... (praten) de docent het hele uur lang.
4. Wanneer ... (vertellen) jij je ouders dat je een onvoldoende had gehaald?
5. Mijn huid ... (verbranden) snel in de gloeiend hete zon.

Slide 5 - Slide

Voltooid deelwoord
1. Heb je alle antwoorden ... (opschrijven)?
2. Afgelopen winter hebben we heerlijk ... (schaatsen).
3. Vlak voor de finish werd Joris toch ... (inhalen).
4. Tessa heeft haar verslag keurig ... (verbeteren).
5. Milan en Sabine hebben samen muziek ... (luisteren).

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
1. Leroy durft (durven) bijna alles!
2. Samantha feliciteert (feliciteren) Ruben met zijn verjaardag.
3. Ons basketbalteam wordt (worden) morgen waarschijnlijk kampioen.
4. Brody verkent (verkennen) de omgeving van het kampterrein.
5. Braadt (braden) jouw oma nog iedere zondag een rollade?

Slide 7 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
1. De stratenmakers verbreedden (verbreden) gisteren de stoep voor ons huis.
2. De roddel over mijn broer werd (worden) door iedereen doorverteld.
3. Tijdens de vorige les praatte (praten) de docent het hele uur lang.
4. Wanneer vertelde (vertellen) jij je ouders dat je een onvoldoende had gehaald?
5. Mijn huid verbrandde (verbranden) snel in de gloeiend hete zon.

Slide 8 - Slide

Voltooid deelwoord
1. Heb je alle antwoorden opgeschreven (opschrijven)?
2. Afgelopen winter hebben we heerlijk geschaatst (schaatsen).
3. Vlak voor de finish werd Joris toch ingehaald (inhalen).
4. Tessa heeft haar verslag keurig verbeterd (verbeteren).
5. Milan en Sabine hebben samen muziek geluisterd (luisteren).

Slide 9 - Slide

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Bij letterlijk taalgebruik bedoel je precies dat wat je zegt.
Bij figuurlijk taalgebruik bedoel je iets anders dan wat je zegt.

Ik schrik me dood! > Je gaat niet echt dood, maar je schrikt heel erg.
Hij is zo sterk als een beer. > Hij is niet echt zo sterk als een beer,
 maar wel erg sterk.

Slide 10 - Slide

Aan de slag!

- Maak H3 > Woordenschat > Een voorbeeld zoeken af
- Oefen jezelf voor de so werkwoordspelling 
van(af) volgende week
(H3, H4, H5, H6 > Trainen > Werkwoordspelling)

Slide 11 - Slide