17-06-2020

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Nederlands

17-06-2020

Planning

- Bekijk je gemaakte toetsen in Learnbeat en leer ervan! 

- Nog vragen over leerstof voor donderdag?

- Tio-schrijft beoordelingen in som.

- Dia-taal teksten formatief? (geef aan in privé chat eens of  

   oneens)

- Grammatica woordsoorten en zinsontleding (laatste herhaling     voor de     

   toets.

- Huiswerk: Leren voor de grammatica toets!

Nederlands

12 september

Lesdoel

- Laatste mogelijkheid om vragen te stellen. 

- Je kunt (delen van) zinsdelen benoemen 

- Je kunt hoofd- en bijzinnen van elkaar onderscheiden

- Je kunt de woordsoorten benoemen 

Wat vind je het makkelijkste en wat het moeilijkste aan de grammatica toets voor morgen?

Zinsdelen

Wwg

Nwg

Ond

Lv

Mv

Vzv

Bwb

Delen van zinsdelen

Bvb

Bijstelling

Voorzetselvoorwerp = figuurlijk

Een voorzetselvoorwerp begint altijd met een vast voorzetsel. 

Een voorzetselvoorwerp komt voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel. 

Het voorzetsel verbindt het voorzetselvoorwerp met het gezegde.

voorbeelden

  1. Ik twijfel aan deze methode. (twijfelen aan) 

   2. Ik ben niet tevreden met deze computer. (tevreden zijn met) 

   3. Ik luister niet graag naar hem. (luisteren naar)

Ontleed de volgende zinnen (zinsdelen en delen van zinsdelen):
1. Naar aanleiding van jouw verzoek om informatie sturen we je dit pakket toe.

2. Bij het ongeluk op dat gevaarlijke kruispunt waren twee auto's en een scooter betrokken.

3. Tijdens de wedstrijd werd voor ons een jongetje op de nek van zijn vader gehesen.

4. Vanavond is bij ons te gast mevrouw El Amrani, deskundige op het gebied van de ruimtevaart.

Enkelvoudig of samengesteld?
Hij zei dat hij meer dan drie uur getennist had.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Enkelvoudig of samengesteld?
Twee dagen geleden is hij 35 jaar geworden.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Wat is de eerste stap in zinsontleding?

1. 1. Zoek de pv
2. 1. Zoek het gezegde
3. 1. Verdeel de zin in zinsdelen
4. 1. Maak de zin vragend

[In Amsterdam] is er een nieuw metrostation geopend.
Wat is [In Amsterdam]?

1. Bijwoordelijke bepaling
2. Bijvoeglijke bepaling
3. Bijstelling

In een boot [ in Amsterdam] is er een wietplantage gevonden
Wat is [in Amsterdam]?

1. Bijwoordelijke bepaling
2. Bijvoeglijke bepaling
3. Bijstelling

Mevrouw Halsema, burgemeester van Amsterdam, zal haar zoon streng toespreken.

Wat is [burgemeester van Amsterdam]?

1. Bijwoordelijke bepaling
2. Bijvoeglijke bepaling
3. Bijstelling

Ik moet een zin in zinsdelen verdelen. Moet ik dan ook de bijvoeglijke bepalingen en bijstellingen benoemen?

1. Ja
2. Nee

Ik moet een zin in zinsdelen en delen van zinsdelen verdelen.
Moet ik dan ook de bijvoeglijke bepalingen en bijstellingen benoemen?

1. Ja
2. Nee

Wat voor soort bijzin?
Hij zegt dat hij het niet gedaan heeft.

1. ond zin
2. lv zin
3. meew vw zin
4. gez zin

Zij wordt later wat haar moeder is

1. Bijw bep zin
2. lv zin
3. gez zin
4. ond zin

Wie de wedstrijd wint, wordt clubkampioen.

1. ond zin
2. lv zin
3. meew vw zin
4. bijv bijzin

Succes met leren!

Jullie kunnen het!