This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe leer je voor een toets?
Slide 2 - Slide
Aan het eind van deze les:
ken je een aantal leerstrategieen;
weet je wat voor jou een fijne leerstrategie kan zijn;
heb je een plan gemaakt voor hoe je een volgende toets kunt leren.
Leerdoelen
Slide 3 - Slide
je van........VEEL lezen........ HEEL WEINIG onthoudt?
Soms zegt iemand: Ik lees het allemaal heel vaak over.....
Wist je dat je van VEEL lezen HEEL WEINIG onthoudt?
en.........het kost HEEL VEEL tijd....
Leren, hoe doe jij dat?
Slide 4 - Slide
je van........VEEL lezen........ HEEL WEINIG onthoudt?
1. Je leest 'losse woorden'.
2. Je hebt de zinnen 'gezien'.
3. Je hebt de tekst 'gelezen'.
Je hebt geen idee waar de tekst over gaat (of een klein beetje).
Je kunt er maar heel weinig van vertellen.
Je pakt je schrift en je noteert de titel.
Je leest en je schrijft de kern-/ signaalwoorden op.
3. Je doet moeite te begrijpen waar de tekst overgaat.
Je vertelt jezelf of een ander waar de tekst overgaat. Je kunt het uitleggen.
Je gebruikt de woorden die je hebt opgeschreven.
Zonde van je tijd
Je leest en je onthoudt en je leert.... dat levert jou vrije tijd op!
Vraag: hoe lees jij?
lui-lezen
actief-lezen
Slide 5 - Slide
Wat vind jij belangrijk bij het leren?
Ja! belangrijk!
Nee, onbelangrijk
Wat is dat?
spreiden leermomentes
overhoren
ezels-bruggetjes
mindmap
maken
samenvatting
maken
pauzes nemen
planning maken
Slide 6 - Drag question
Er zijn heel veel verschillende manieren om te leren, zo leer je woordjes voor Engels heel anders dan een paragraaf voor geschiedenis.
Je manier van leren hangt ook af van het type leerling dat jij bent. Wat voor jou prettig werkt, kan voor je klasgenoot helemaal niet fijn zijn.
Om te beginnen moet je eerst bepalen wat eigenlijk jouw leerstrategie is: hoe leer jij?
Leerstrategie?
Slide 7 - Slide
Leerstrategieën zijn manieren waarop je jouw leerdoelen bereikt.
Voor ieder schoolvak is jouw leerdoel anders (moet je vragen over een leertekst kunnen beantwoorden, rekenopgaven kunnen maken, woordjes kunnen vertalen, enz.)
Dat betekent dat de leerstrategie voor ieder schoolvak anders is.
Een leerstrategie bestaat altijd uit een combinatie van vaardigheden en leeractiviteiten.
Wat zijn leerstrategieën?
Slide 8 - Slide
Hoe leren je hersenen?
Laten we even naar een kort filmpje kijken....
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Top 5 effectieve leerstrategieën:
gespreid leren door te plannen
jezelf overhoren
doorvragen
uitleggen aan jezelf
methodes afwisselen
Welke leerstrategieën zijn er?
Slide 11 - Slide
Begin voor het leren van een proefwerk tenminste een week van tevoren. Verdeel de te leren stof in kleinere blokken, op deze manier kan je de informatie makkelijker onthouden.
Deel het leerwerk voor ieder vak op in kleine blokken van ongeveer 25 minuten en wissel de vakken af. Door de verschillende vakken af te wisselen, blijven je hersenen wakker!
gespreid leren door te plannen
Slide 12 - Slide
Hoe pak je dat aan?
oefentoets maken
(toets)vragen maken bij de tekst
maak vooral inzichtvragen en niet alleen kennisvragen
laat iemand anders jou overhoren
jezelf overhoren
Slide 13 - Slide
Hoe pak je dat aan?
Maak een mindmap/woordweb van de leerstof.
Leg verbanden tussen onderdelen die je moet leren.
Stel waarom-vragen
Maak een samenvatting in eigen woorden (dus niet overschrijven!)
doorvragen
Slide 14 - Slide
Hoe pak je dat aan?
Als je de lesstof aan iemand anders uit kunt leggen dan weet je dat je het goed kent.
Leg de leerstof uit aan jezelf, je kunt bijvoorbeeld een filmpje daarvan maken om later terug te kijken
uitleggen aan jezelf of iemand anders
Slide 15 - Slide
Hoe pak je dat aan?
Combineer de verschillende leerstrategieën met elkaar.
Je kunt een mindmap maken voor biologie, tijdens het leren van deze mindmap stel je vragen aan jezelf
Zo versterken de verschillende leerstrategieën elkaar.
Wissel de strategieën met elkaar af
Slide 16 - Slide
Wat doe jij nu als voorbereiding voor een toets?
Slide 17 - Open question
Welke strategie zou voor jou kunnen werken? Leg ook uit waarom!