3B Hoofdstuk 2

Welkom
Pak voor je: 
- Pen
-Papier
- Mobiel
 - rekenmachine
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Pak voor je: 
- Pen
-Papier
- Mobiel
 - rekenmachine

Slide 1 - Slide

2.1 inkomen
Er zijn in totaal vier inkomensvormen.
1. inkomen uit arbeid -> Loon
2. Inkomen uit bezit -> Sparen, huis verhuren
3. Inkomen uit overdracht -> zakgeld, uitkering
4. Inkomen uit natura -> bloemen, cadeaubon

Inkomens verschillen kunnen ontstaan door:
leeftijd, opleiding, ervaring, gevaar/zwaar

Slide 2 - Slide

Hoe noem je inkomen dat niet in geld, maar in spullen wordt betaald?

Slide 3 - Open question

Welke inkomensvorm zien we op het plaatje?
A
Inkomen uit overdracht
B
Inkomen uit bezit
C
Inkomen uit natura
D
Inkomen uit arbeid

Slide 4 - Quiz

Job en Bas zijn even oud, maar verdienen niet evenveel. Geef twee redenen waarom dit kan.

Slide 5 - Open question

Welke formule gebruik je bij deze vraag: 3 van de 10 leerlingen hebben bruin haar. Hoeveel procent is dit?
A
Formule van pythagoras
B
kruistabel
C
Deel/geheel x 100
D
De ABC formule

Slide 6 - Quiz

2.2 uitgaven
Huishoudelijke uitgaven:
1. Dagelijkse uitgaven 
(kleine, dagelijkse uitgaven)
2. Vaste lasten
( maandelijkse, jaarlijkse uitgaven)
3. Incidentele uitgaven 
(Grote uitgaven, onverwachts)

Slide 7 - Slide

Patrick verdient 95,- euro in de maand. Hoeveel is dit in de week? typ je berekening in je antwoord

Slide 8 - Open question

Leg in je eigen woorden uit wat vaste lasten zijn. Geef ook twee voorbeelden.

Slide 9 - Open question

Meneer van Diepen betaald voor zijn netflix account 15 euro per kwartaal. Hoeveel is dit per maand?

Slide 10 - Open question

2.3 
Nibud: nationaal instituut voor budgetvoorlichting.
- advies aan jongeren over inkomen/sparen/lenen

Begroting: overzicht van je inkomsten en uitgaven
als je deze maakt noem je dat: budgetteren

Reserveren: geld opzij zetten voor later. Dit doe je vaak voor incidentele uitgaven

Slide 11 - Slide

Het is verstandig om elke maand wat geld te reserveren. Leg uit wat reserveren is en waarvoor je dit kan doen.

Slide 12 - Open question

je gaat reserveren voor een vakantie van 900,-. Hoeveel moet je per maand reserveren als je een jaar spaart?

Slide 13 - Open question

welke formule gebruik je bij de vraag:
je krijgt 50% korting in de Hudson's Bay op een jas van 800 euro. Bereken hoeveel euro je betaalt.
A
ABC Formule
B
Deel : geheel x 100
C
Stelling van Pythagoras
D
Kruistabel

Slide 14 - Quiz

Vragen?

Slide 15 - Slide