Oefenquiz periode 1.1

Oefenquiz 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ANFYMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenquiz 

Slide 1 - Slide

Wat is ''Distaal''?
A
Dichtbij de romp
B
Ver van de romp

Slide 2 - Quiz

Wat betekent het woord ''Dyspneu''?
A
Pijn op de borst
B
Kortademigheid
C
Lage bloeddruk
D
Snelle hartslag

Slide 3 - Quiz

Wat is ''Proximaal''?
A
Dichtbij de romp
B
Ver van de romp

Slide 4 - Quiz

Wat is ''Bradycardie''?
A
Verhoogde hartslag
B
Ongelijke hartslag
C
Vertraagde hartslag
D
Hartstilstand

Slide 5 - Quiz

Wat is ''Tachypneu''?
A
Vertraagde ademhaling
B
snelle ademhaling
C
Onregelmatige ademhaling
D
Ademhalingsstilstand

Slide 6 - Quiz

Wat is een ''Fractuur''?
A
Holte gevuld met holte
B
Ontsteking van het weefsel
C
verwijdering van een orgaan
D
Breuk van een bot

Slide 7 - Quiz

Wat is ''Ventraal''?
A
Buikzijde
B
Rugzijde

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het voorvoegsel ''Hyper''?
A
Te weinig
B
Overmatig/ Teveel
C
Tegen
D
Binnen

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het achtervoegsel
''-itis''?
A
Pijn
B
Ziekte
C
Ontsteking
D
Groei

Slide 10 - Quiz

Wat betekent Cardio?
A
Hart
B
Zenuw
C
Maag
D
Gewricht

Slide 11 - Quiz

Wat betekent Neuro?
A
Spier
B
Zenuw
C
Maag
D
Gewricht

Slide 12 - Quiz

Wat betekent ''Polyneuropathie''?
A
Pijn in één zenuw
B
Ziekte van het hart
C
Ontsteking van het zenuwstelsel
D
Aandoeningen van meerdere zenuwen

Slide 13 - Quiz

Wat betekent ''Myo''?
A
Spier
B
Zenuw
C
Maag
D
Gewricht

Slide 14 - Quiz

Wat betekent ''Pericarditis''?
A
Ontsteking van het hartzakje
B
Pijn in de borstkas
C
Verwijdering van het hartzakje
D
Vergroeiing van de hartkleppen

Slide 15 - Quiz

Wat betekent ''Neuralgie''?
A
Pijn in de zenuwen
B
Ontsteking van de zenuwen
C
Verwijdering van een zenuw
D
ziekte van de zenuw

Slide 16 - Quiz

Wat betekent ''Adductie''?
A
Een beweging naar het lichaam toe?
B
Een beweging van het lichaam af.
C
Een binnenwaartse draaiing.
D
Een buitenwaartse draaiing.

Slide 17 - Quiz

Wat betekent ''Centraal''
A
Boven
B
Midden

Slide 18 - Quiz

Wat betekent ''Mediaal''?
A
Aan de zijkant
B
Naar het midden

Slide 19 - Quiz

Wat betekent Posterior?
A
Richting het hoofd
B
Aan de achterzijde van het lichaam
C
Aan de zijkant van het lichaam
D
Aan de voorkant van het lichaam

Slide 20 - Quiz

Succes met leren!

Slide 21 - Slide