Nieuws + ongelijkheid 3

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 8

Welkom!

Telefoon in de (telefoon)tas.

Planning

- Arm & rijk 

- Aan de slag!

Doelen

Je leert:

- dat er rijke, minder rijke en arme landen zijn

- de kenmerken van arme en rijke landen

- de beroepssectoren en hun kenmerken 

Arm en rijk 

                                                           Waar denk je aan?
                                             

Is dit een arm of rijk land?

Kan je dat gelijk zien?

Kan je het meten?

Kan je dit uit één foto halen?

Is dit een arm of rijk land?

Zelfde stad, andere wijk.

Addie Abeba in Ethiopië

arm & rijk

Drinkwater moeten halen bij pomp

Vaak geen onderwijs

Te weinig eten en drinken

Werken in de landbouw

geen ziekenhuis

Kinderen helpen de ouders

Geen huis

Lage lonen

Arm

Schoon drinkwater

Scholen

Eten & drinken

Auto & fietsen

Ziekenhuizen

Sociale zekerheid

Dak boven je hoofd

Voorzieningen

Rijk

Wat zijn eerste levensbehoeften?

1. Groot huis, auto,fiets
2. Chocola,koffie,schoenen
3. Water, eten, kleding
4. Schoenen, tassen,brillen

Waarom groeit de bevolking snel in arme landen?

1. Mensen willen veel kinderen
2. Omdat kinderen voor hun ouders zorgen
3. Er zijn geen sociale voorzieningen
4. Omdat mensen kinderen leuk vinden

Welk antwoord past het beste bij
'ontwikkelingsland'

1. Lage welvaart
2. geen schoon drinkwater
3. geen geld voor schoolspullen
4. niet genoeg geld voor eerste levensbehoeften

Beroepssectoren

• Primaire sector (landbouw)
• Secundaire sector (industrie)
• Tertiaire sector (diensten)

• Rijk of arm land?

• Meten van welvaart

Primaire sector

Verbouwen en produceren van grondstoffen 

Secundaire sector

Verder bewerken van het voedsel uit de primaire sector of in elkaar zetten van auto's 

Tertiaire sector

Het verlenen van diensten

1. Landbouw
2. Industrie
3. Diensten

1. Landbouw
2. Industrie
3. Diensten

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair

1. Landbouw
2. Industrie
3. Diensten

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair

Aan de slag!

- Maak twee rijtjes met: arm en rijk

- Schrijf eronder de kenmerken van 'arm en rijk'

- De begrippen uit de tekst en de beroepssectoren moeten hierin. 

- Eerste vijf minuten in stilte

- Klaar? Iets voor een ander vak 

Doelen

Je leert:

- dat er rijke, minder rijke en arme landen zijn

- de kenmerken van arme en rijke landen

- de beroepssectoren en hun kenmerken