Keuzedeel pabo WO - les 2- geschiedenis- tijdvak 2 Grieken en Romeinen

Keuzedeel pabo - GS - les 3







Tijdvak 2. Tijd van Grieken en Romeinen. Deel 1.



1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Keuzedeel pabo - GS - les 3







Tijdvak 2. Tijd van Grieken en Romeinen. Deel 1.



Slide 1 - Slide

This item has no instructions


😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Programma les 3

  • Start 

  • Theorie 2.1, 2.2 en 2.3 
  • Opdrachten  (uit werkboek)


  • Afronding

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doelen tijdvak 2


De aspirant-student kan:
  1.  Grieks-Romeinse cultuur herkennen en beschrijven
  2.  Voorbeelden herkennen en beschrijven van de beïnvloeding van de Griekse-Romeinse cultuur op de Germaanse cultuur
  3. De ontwikkeling van het christendom in het Romeinse Rijk
    beschrijven.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van de Grieken en de Romeinen?

Grieken:
Romeinen:

Slide 5 - Mind map

Hoe het begon: Nomaden in de IJstijden
De witte tekening is:
Op de achtergrond zie je:

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Ontstaan eerste stedelijke gemeenschappen
Jagers verzamelaars -> landbouw: Agrarische Revolutie -> kleine steden (3.500 - 3000 v. Chr.)

  • Specialismen en nieuwe beroepen
  • Vergroting van voedselopbrengsten (irrigatie) - samenwerking 
  • Stadstaten Midden-Oosten: Mesopotamië en langs Nijl (Egypte) ca. 3.000-600 v. Chr.
  • Goede oogst essentieel (goden om  'hulp' vragen. Tempels voor priesters)
  • Soldaten en slaven (ontstaan van sociale verschillen)
  • Ontstaan bestuur - ambtenaren en koningen
  • Behoefte aan vastleggen afspraken
  • Ontwikkeling schrift op kleitabletten, spijkerschrift, hiërogliefen
  • Vastleggen van kennis en gedachten
  • Ontstaan van grote rijken


Slide 7 - Slide

Irrigatie: Rivierwater liep over het land via kanaaltjes. Boeren werkten samen. 

Door de toenemende kennis in de landbouw nam de voedselproductie explosief toe. Door deze verandering had een boer meer dan hij voor zichzelf nodig had, hij kon dus ook zijn voedsel aan anderen geven of ruilen (voor bijvoorbeeld spullen). doordat niet iedereen voor zichzelf hoefde te verbouwen om aan zijn voedsel te komen konden zij die geen boer waren andere beroepen uitvoeren waaronder veel soorten ambacht. Mensen konden zich nu specialiseren in bijvoorbeeld potten of stoelen maken. Doordat de handel beter liep in een dichter bevolkt gebied gingen mensen dichter bij elkaar wonen en ontstonden er kleine dorpen die steeds groter werden en uiteindelijk uitgroeiden tot steden.
Egypte
Rondom de Nijl was er genoeg vruchtbare grond voor de eerste boeren om planten te laten groeien. De Egyptenaren leerden de Nijl's overstromingen te gebruiken voor de landbouw
Mesopotamië
Tussen de grote rivieren de Eufraat en de Tigris ontstond voldoende vruchtbare grond door het slib van de rivieren. Hier ontstonden de eerste grote samenlevingen. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tijdvak 2 begint met:
Uitvinding van het schrift/ geschreven bronnen.

Waar of niet?

  •  In Egypte werd kleischrift gebruikt om in contact te komen met familie dit in het buitenland woont.
  • Als papier werden stengels van de papyrusplant gebruikt. 



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

2.1. Griekse stadstaat 800 v Chr - 300 v Chr
  • Uitbreiding en intensivering landbouw  en groei v/d bevolking
  • Ontstaan van Griekse stadstaten (Sparta, Athene)
  • Handelskoloniën - Middellandse zeegebied -> contact met andere volkeren
  • Economische groei (handel, scheepvaart)
  • Democratie (alleen 'vrije' mannen 10%) 
  • 600 v Chr - filosofie - wetenschappelijk denken
  • Socrates, Plato en Aristoteles
  • Geloof in meerdere goden (polytheïsme)
  • Natuurwetenschappen, geschiedbeschrijving en
    geografie
  • stad met omringend platteland
  • klein, zelfvoorzienend, autonoom (eigen bestuur, regels)
  • verschillende bestuursvormen
  • polis = stadstaat, poleis = meervoud ), zo’n 700 in totaal

Slide 11 - Slide

Geen genoegen meer met eenvoudige verklaringen voor natuurverschijnselen zoals de opkomende zon. Maar vragen, onderzoeken, verklaren. De basis voor natuurwetenschap. 

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Werkboek opdrachten
Maak van paragraaf 2.1 opdracht 1 t/m 4 (blz. 16)
timer
6:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2.2 De Romeinen 270 v. Chr. - 476
  • Stadsstaat Rome - Romeinse rijk (verovering / organisatie) Griekse/Romeinse cultuur
  • Rond 50 v. Chr. in de Lage Landen
  • Julius Caesar van legeraanvoerder naar keizer
  • Stevig leger en bestuur (wegennet & mijlpalen)
  • Natuurlijke grens of Romeinse muren
  • Handel (Latijns, Romeins schrift, munten)
  • Romanisering (overnemen cultuur/gewoontes)
  • Slaven uit veroverde gebieden

  • Pax Romana (Romeinse vrede - stabiliteit & welvaart                                                                                     - Caesar Augustus 250 n. Chr.)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Romeinse cijfers - blz 34
In welk jaar ben ik geboren?

MCMLXXX

In welk jaar ben jij geboren?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Werkboek opdrachten
Maak van paragraaf 2.2 opdracht 5 t/m 8 (blz. 16 en 17)
timer
6:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voor de komst van de Romeinen is Nederland....
  • een moeilijk begaanbaar gebied vol moerassen en bossen.
  • een landbouwsamenleving
  • Zuid- Nederland: hier wonen de Kelten (Galliërs)
  • ten Noorden van de Rijn: hier wonen de  Germanen.

-> 50 voor Chr. Caesar verovert Gallië 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De Romeinen in NL
  • ± 400 jaar in NL
  • Germanen (verzameling volken noordoost Europa): Bataven, Friezen, Kananefaten
  • Bataven (Germaans volk) - langs de Rijn (Betuwe), leverden hulpsoldaten (bondgenoten).
  • Romanisering 
  • 69 na Chr. Bataven (e.a.) in opstand onder leiding van Julius Civilis  


Slide 19 - Slide

De Bataven, Batavi of Batavieren waren een West-Germaans volk/stam die leefden rond de Betuwe. De Bataven waren waarschijnlijk afgesplitst van de Chatten, een volk dat rond het huidige Baden-Württemberg woonde. Onder andere Julius Caesar en Publius Cornelius Tacitus beschrijven de stam! die ze als zeer moedig zien. De Bataven waren vanaf 12 voor Christus onderdanen van Romeinen en zaten vaak als ruiters in het leger. De Bataven waren een elite in het Romeinse leger, ze werden beschreven als geweldige ruiters. In 69 kwamen de Bataven onder leiding van Julius Civilis in opstand tegen de Romeinen. Eerst behaalden ze wat successen, maar uiteindelijk werden ze verslagen. De Bataven zijn waarschijnlijk rond de 4de eeuw in de Friezen en de Franken opgegaan.
In Nederland zijn onder andere de Bataafse Republiek, het Bataafs Gemenebest en de Nederlands-Indische hoofdstad Batavia naar dit volk genoemd.
bataafse opstand
In 69 na Christus kwamen de Bataven in ons land in opstand tegen de Romeinen. Onder gezag van hun leider Julius Civilis. Hij had jarenlang als officier in het Romeinse leger gediend en sprak heel goed Latijn. Hij zag er gevaarlijk uit met zijn rode haren en één oog. Zijn andere oog had hij verloren in een gevecht.
Julius Civilis beraamde een opstand tegen de Romeinen om te voorkomen dat Bataafse soldaten naar Rome werden gestuurd. Als oud officier wist Julius precies hoe en waar hij de Romeinen het best kon aanvallen. Romeinse legerkampen werden geplunderd en in brand gestoken.
In het begin had Julius Civilis veel succes. Hij veroverde een groot gebied lang de Rijn. Alle legerkampen in ons land werden vernietigd. Ook het grote castellum van Noviomagus? En de Romeinse soldaten moesten zich terug trekken. Maar ze gaven hun gebied niet zomaar op.
Ze kwamen een jaar later met een groot leger naar Nederland. Het bestond uit wel 50.000 soldaten. Daar konden de Bataven niet tegenop. Ze moesten zich overgeven.De Romeinse macht werd hersteld en de legerplaats in Noviomagus weer opgebouwd. De rust keerde terug.
De val van het Romeinse Rijk
  • Problemen opvolging (en slechte) keizers
  • Grote Volksverhuizingen vanaf 250 na Chr. (o.a. door klimaatveranderingen) - komst Hunnen
  • Economische crisis belastingverhoging (onderhouden leger)
  • Besmettelijke ziektes, daling aantal inwoners -> productie en handel verslechtert
  • Soldaten trokken zich terug om Rome te beschermen, grens de Limes verzwakt
  • Germaanse volken lukt het om met geweld het rijk binnen te dringen

-> Twee rijken: 
West-Romeinse rijk - Rome (402 Romeinse soldaten vertrekken, 
476 laatste keizer afgezet)
Oost-Romeinse Rijk - Constantinopel (handel) (1453 Turkse rijk)
Grote Volksverh.
Een migratie van Germaanse volken uit het noordoosten van Europa in de periode tussen 250 - 500. Trokken onder druk v/d Hunnen naar het westen over de grenzen v/h Romeinse Rijk.

Slide 20 - Slide

Het Romeinse Rijk was steeds lastiger te besturen. De grenzen werden minder bewaakt en veel Romeinen trokken terug naar Rome (in Nederland). 

Links: romeinse rijk op zijn hoogtepunt, rechts: romeinse rijk verdeeld in oost en west
Volksverhuizingen 5e en 6e eeuw n.Chr: Veer germanen woonden al in het romeinse rijk en germanen slaan op de vlucht voor de hunnen.

2.3 Religie Grieken, Romeinen & Germanen

  • Romeinen namen goden & cultuur Grieken over  
  • Gaandeweg Romeinen polytheïsme ----> monotheïstische godsdienst (Jodendom en Christendom, later volgen Islam ook). Romeinse keizers waren eerst tegen.
  • Germanen: Wodan, Donar, Freya
  • Geboorte van Jezus Christus (prediking van nieuw geloof in Palestina, kruisigingen onder de Romeinen), Bijbel als boek waarin het Christendom verwoord staat
  • Verspreiding Christendom door het Rijk (vervolgingen, Christendom toegestaan Constantijn de Grote 394 -> staatsgodsdienst)
  • Rome middelpunt (Vaticaanstad), Latijn - kerktaal, bouwkunst met Romeinse kenmerk.
Mono
Alleen/enkel in het Latijns
Poly
Meerdere in het Latijn

Slide 21 - Slide

De eerste christenen werden door de Romeinen vervolgd. Het geloof breidde zich echter toch uit en werd steeds belangrijker. In 313 na Chr. werd de Romeinse keizer Constantijn zelf christen. Het christendom was voortaan de staadsgodsdienst v/h Romeinse Rijk. 
Welk woord weg?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten 2.3 en 2.4 werkboek
  • Verder lezen 2.3 en 2.4 (indien nog niet gedaan)
  • Maak de vragen van 2.2, 2.3, 2.4 uit het werkboek




timer
25:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Afronding & les 5
Huiswerk
  • H1 en H1 lezen en werkboek afmaken


Na de vakantie - les 3  - Tijdvak 3
  • Tijd van monniken en ridders

Slide 24 - Slide

This item has no instructions