7 boodschappen doen

• Nederlands
• ISK

7 boodschappen doen

Lees: Waar staat de melk.
Hoe begint Saar het gesprek?

Lees: Waar staat de melk.
Wat zoekt Saar?

Lees: Waar staat de melk.
Waar staat de melk?

Lees: Waar staat de melk.
Waar staat de rijst?

Lees: Brood en koek.
Wat is een bakker?

Lees: Brood en koek.
Wat koop je bij de bakker?

Lees: Vlees en Vis.
Wat is een visboer?

Lees: Vlees en Vis.
Wat koop je bij de visboer?

Lees: Melk, kaas en eieren.
Wat koopt Saar in de supermarkt?

Lees: Melk, kaas en eieren.
Wat is een melkboer?

Lees: Rijst en pasta.
Waar is Saar?

Lees: Rijst en pasta.
Wat legt Saar in de kar?

Lees: Groente en Fruit.
Wat wil Saar ook kopen?

Lees: Groente en Fruit.
Waar loopt Saar heen?

Waar doe jij
boodschappen?

Wat vind je lekker?

Wat vind je
niet lekker?

Maak een woord met de letter: V

Maak een woord met de letter: i

Maak een woord met de letter: s

Maak een woord met de letter: p

Maak een woord met de letter: ei

Waar koop je een prei?

Waar komt melk vandaan?

Maak een woord met de letter: m

Maak een woord met de letter: e

Maak een woord met de letter: l

Vind je peer lekker?

Waar kun je peer kopen?

Maak een woord met de letter: p

Maak een woord met de letter: ee

Zinnen lezen en schrijven
bladzijde 180-181-182-183
schrijf in je huiswerk.

Lees: Reclame lezen
Wat kost de watermeloen?

Lees: Reclame lezen
Wat is de prijs van de vla?

Lees: Reclame lezen
Wat kost de andijvie?

Maak het werkwoordenschema
bladzijde 188-kopen
bladzijde 189-betalen