1.1 Kun je kopen wat je wilt?

1.1 Kun je kopen wat je wilt?
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.1 Kun je kopen wat je wilt?

Slide 1 - Slide

Economie gaat over..

Slide 2 - Mind map

Leerdoel 1
Je kunt het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire behoeften
Leerdoel 2
Je kunt uitleggen wat het bij economie betekent als iets schaars is 
Leerdoel 3
Je kunt uitleggen wat welvaart is en op welke manier je welvaart kan toenemen.
Leerdoel 4
Je kunt met een percentage een getal uitrekenen

Slide 3 - Slide

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
Economie 
  • gaat over de behoefte die mensen hebben en de keuzes die zij maken om in hun behoefte te voorzien.
  • behoeften -> alles wat je nodig hebt of graag zou willen hebben

Slide 4 - Slide

1.1 Kun je kopen wat je wilt?
Behoeften 
  • Primaire behoeften (basisbehoeften)

  • Noodzakelijke levensbehoeften
  • Voeding, kleding en woonruimte 
  • Secundaire behoeften (overige behoeften)

  • Leven beter of prettiger maakt

Slide 5 - Slide

  • Vrije goederen
  • Je hoeft er niets voor op te offeren om ze te bezitten
  • zon, zee, lucht
1.1 Kun je kopen wat je wilt?
Je hebt goederen nodig om in je behoeften te voorzien
  • Schaarse goederen
  • Er zijn middelen nodig om ze te maken

Slide 6 - Slide

1.1 Kun je kopen wat je wilt? (deel 2)
Welvaart
  • De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien
  • Je kunt niet in al je behoefte voorzien.... dus moet je prioriteiten stellen


Slide 7 - Slide

1.1 Kun je kopen wat je wilt? (deel 2)
Welvaart
  • Als je inkomen stijgt (en/of je minder behoeften krijgt)
  • Als je inkomen daalt (en/of je meer behoeften krijgt)


  • Welvaart kan ook stijgen door zelfvoorziening

Slide 8 - Slide

Kopen of zelf doen??
  • Zelf doen heet : Zelfvoorziening
  • Je moestuin, het zelf schilderen van je huis, je band plakken
  • Door zelfvoorziening kan je welvaart toenemen, omdat je een ander niet hoeft te betalen om het voor je te doen.

Slide 9 - Slide

Maken opgave 1 t/m 11
timer
10:00

Slide 10 - Slide

1.1 Kun je kopen wat je wilt? (deel 2)
Percentage bekend
  • Je weet hoeveel 100% is en je wilt een ander percentage uitrekenen.
  • Je krijgt €10 zakgeld. Na je verjaardag krijg je 15% meer
  • In de uitverkoop krijg je 40% korting op een trui van €80


Slide 11 - Slide

1.1 Kun je kopen wat je wilt? (deel 2)
Percentage bekend
percentage
100
x totaal
%
100%
1%
110%
Getal
€10
: 100
x110
: 100
x110
  • schrift: 
10 : 100 x 110 = €11

Slide 12 - Slide

Je krijgt €10 zakgeld. Na je verjaardag krijg je 15% meer, hoeveel is dit?
A
0,15
B
15
C
16,50
D
1,50

Slide 13 - Quiz

In de uitverkoop krijg je 40% korting op een trui van €80. Hoeveel korting krijg je?
A
40
B
120
C
32
D
36

Slide 14 - Quiz

Wat is een secundaire behoefte?
A
Brood
B
Scooter
C
een jeans
D
verwarming in huis

Slide 15 - Quiz

Secundaire behoeften zijn:
A
Playstation4
B
Brood
C
Trui
D
iPhone

Slide 16 - Quiz

Mensen hebben behoeften. Wat zijn behoeften?
A
Goederen
B
Diensten
C
Geld
D
Alles wat je nodig hebt of graag wilt

Slide 17 - Quiz

Wat is een primaire behoefte?
A
kleding
B
laptop
C
nieuwe iphone
D
vakantie

Slide 18 - Quiz

Een primaire behoefte is
A
auto
B
computer
C
eten
D
G-star broek

Slide 19 - Quiz

Waar hoort een rietje bij?
A
Schaarse goederen
B
Vrije goederen

Slide 20 - Quiz

Waar hoort regen bij?
A
Schaarse goederen
B
Vrije goederen

Slide 21 - Quiz

Wat is onjuist?
A
Vrije goederen zijn gratis
B
Hoe schaarser een product hoe hoger de prijs van het product
C
Wind is een voorbeeld van een schaars goed
D
Prioriteiten stellen doe je wanneer je niet genoeg middelen hebt

Slide 22 - Quiz

Wat is welvaart?
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
C
Hoe leuk je je leven vindt
D
Hoeveel je kunt bewegen

Slide 23 - Quiz

Hoe kan je welvaart toenemen?
A
Door het kopen van goederen en diensten
B
Door zelfvoorziening
C
Door zo min mogelijk uit te geven
D
Door te stoppen met werken

Slide 24 - Quiz

Wat is welvaart?
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
C
Hoe leuk je je leven vindt
D
Hoeveel je kunt bewegen

Slide 25 - Quiz

Hoe kan je welvaart toenemen?
A
Door het kopen van goederen en diensten
B
Door zelfvoorziening
C
Door zo min mogelijk uit te geven
D
Door te stoppen met werken

Slide 26 - Quiz

Wat is 1 procent?
A
1/10
B
1/100
C
1/1000
D
10/100

Slide 27 - Quiz

Hoeveel 75% van 350?
A
262,50
B
175
C
275
D
283,30

Slide 28 - Quiz

Hoeveel 34% van 1.200?
A
900
B
416
C
388
D
408

Slide 29 - Quiz

Leerdoel 1
Je kunt het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire behoeften
Leerdoel 2
Je kunt uitleggen wat het bij economie betekent als iets schaars is 
Leerdoel 3
Je kunt uitleggen wat welvaart is en op welke manier je welvaart kan toenemen.
Leerdoel 4
Je kunt met een percentage een getal uitrekenen

Slide 30 - Slide


Leerdoelen waren voor mij duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll