Grammatica - 1.7 - les 1

Onderwerp en persoonsvorm
Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar. Ze staan altijd allebei in het meervoud of allebei in het enkelvoud.
Kijk maar naar de voorbeelden:
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Onderwerp en persoonsvorm
Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar. Ze staan altijd allebei in het meervoud of allebei in het enkelvoud.
Kijk maar naar de voorbeelden:

Slide 1 - Slide

Grammatica - H1.7

Slide 2 - Slide

Start van de les
  • IPad en/of boek op de hoek van je tafel, gesloten.
  • Tas op de grond.
  • Telefoon thuis of in je kluis
  • Sleutels in je tas


Slide 3 - Slide

Doelen
In deze paragraaf leer je:
  • zinsdelen benoemen
  • de bijwoordelijke bepaling

Slide 4 - Slide

Wat hoort bij zinsdelen benoemen?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Persoonsvorm

Slide 5 - Quiz

Stappenplan zinsdelen benoemen

1 Onderstreep de pv → Verander de tijd: Vanmiddag had mevrouw …
2 Zet zinsdeelstrepen → Verander de volgorde om te zien wat bij elkaar hoort.
3 Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg) → Zet wg onder de pv en de andere werkwoorden.
4 Benoem het onderwerp (o) → Wie + wg: Wie heeft teruggegeven?
5 Benoem het lijdend voorwerp (lv) → Wat + wg + o: Wat heeft mevrouw Osseforth teruggegeven?
6 Benoem het meewerkend voorwerp (mv) → Aan wie heeft mevrouw Osseforth de proefwerkcijfers teruggegeven?
7 Benoem de bijwoordelijke bepaling (bwb) → Welke zinsdelen blijven over? Die noem je bwb.

Slide 6 - Slide

Zinsdelen benoemen
Zinsdelen benoem je altijd in een vaste volgorde.
Dit jaar leer je ook het zinsdeel bijwoordelijke bepaling.

Kijk maar naar het voorbeeld.

Slide 7 - Slide

Zinsdelen benoemen
Vanmiddag | heeft | mevrouw Osseforth | ons | de proefwerkcijfers | teruggegeven.
wg = heeft teruggegeven
o = mevrouw Osseforth
lv = de proefwerkcijfers
mv = ons
bwb = Vanmiddag

Slide 8 - Slide

Stappenplan zinsdelen benoemen

1 Onderstreep de pv → Verander de tijd: Vanmiddag had mevrouw …
2 Zet zinsdeelstrepen → Verander de volgorde om te zien wat bij elkaar hoort.
3 Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg) → Zet wg onder de pv en de andere werkwoorden.
4 Benoem het onderwerp (o) → Wie + wg: Wie heeft teruggegeven?
5 Benoem het lijdend voorwerp (lv) → Wat + wg + o: Wat heeft mevrouw Osseforth teruggegeven?
6 Benoem het meewerkend voorwerp (mv) → Aan wie heeft mevrouw Osseforth de proefwerkcijfers teruggegeven?
7 Benoem de bijwoordelijke bepaling (bwb) → Welke zinsdelen blijven over? Die noem je bwb.

Slide 9 - Slide

Maken
Opdracht 1 t/m 7 in het boek



Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.

Slide 10 - Slide

Het regent de hele dag.
Wat is de persoonvorm?
A
dag
B
regent
C
het
D
hele

Slide 11 - Quiz

Gisteren heeft de storm het verkeer ontregeld.
Wat is de persoonvorm?
A
gisteren
B
storm
C
heeft
D
verkeer

Slide 12 - Quiz

Gisteren heeft de storm het verkeer ontregeld.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
gisteren
B
storm
C
heeft ontregeld
D
verkeer

Slide 13 - Quiz