Democratie en de sociale kwestie

'n Hongerloontje
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

'n Hongerloontje

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Dagelijks leven na de industriele revolutie
15 min
Kleine check
5 min
Werken aan PO
30 min
Aan het eind van deze les kun je:
* het verband leggen tussen de industrialisatie en het socialisme
* en heb je gewerkt aan je praktische opdracht






Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Urbanisatie
  • arbeiders willen dicht bij de fabriek wonen
  •  rondom fabrieken ontstaan steden = urbanisatie
  • door de stoomtrein kan voedsel van het platteland komen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Woningen voor arbeiders
  • De woonomstandigheden van de arbeiders waren beroerd.
    De kwaliteit van de huizen was slecht: regelmatig woonden mensen in een gebouw dat nooit als huis was bedoeld. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Leefomstandigheden
  • Kleine en slechte woningen
  • Veel gezinsleden
  • Slecht voedsel
  • Slechte hygiëne zorgt voor ziektes als cholera en TBC

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Leefomstandigheden
  • Hoge kindersterfte (arbeidersvrouwen gaven geen borstvoeding).
  • Slechte hygiëne zorgt voor ziektes als cholera en TBC.

  • Drankmisbruik

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De sociale kwestie
De sociale kwestie = de discussie over de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. 
De sociale kwestie leidde tot het invoeren van sociale wetten

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Staatsinrichting in de 19e eeuw :
- Politieke invloed "het volk" werd groter

- Toch werd er gekozen voor een indirecte democratie 

- Niet iedereen meedoen aan discussies over politieke vraagstukken(zou niet praktisch zijn)

- Volk kiest volksvertegenwoordigers die een groep kiezers vertegenwoordigd

- Deelname volk beperkt tot verkiezingen

- Niet iedereen mocht stemmen (begin 19e eeuw)

- Alleen rijke mannen die genoeg belasting betaalden, mochten stemmen (Censuskiesrecht)

- Kiesrecht werd in de loop van de 19e eeuw uitgebreid
(een paar % in 1850 naar 10% in 1970 en naar 30% in 1890) 

Slide 11 - Slide

Dan gaat de docent nog een klein stukje stof behandelen om de effecten te laten zien van de opkomende stromingen in de 19e eeuw. 
Partijen
Personen
Waarden
SOCIALISTEN
SDAP
- Pieter Jelles
Troelstra
- Gelijkheid 
- Actieve overheid
- Algemeen stemrecht
LIBERALEN
LIBERALE UNIE
- Thorbecke
- Vrijheid
- Passieve overheid
- Rijken bepalen
CONFESSIONELEN
ARP (P)
RKSP (K)
- Kuyper (P) / Kleine Luyden
- Schaepman (K)

- Geloof
- Schoolstrijd
FEMINISTEN 
Vereniging voor Vrouwenkiesrecht 
- Alleta Jacobs
- Wilhelmina Drucker
- Gelijke rechten 
(Emancipatie)
Politieke stromingen 19e eeuw

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nu eerst verder met je PO!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Volgende les...
... is onze laatste les
... mogen jullie een vragenlijst over mij invullen
... gaan we kwartetten
... en daarna doen we nog een laatste Blooket!
(en het is tijd om het PO in te leveren!)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions