V1C Paragraaf 3.3.

3. De Grieken


3.3 Geloven en weten
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3. De Grieken


3.3 Geloven en weten

Slide 1 - Slide

Liefhebber van de wijsheid
  • In de 6e eeuw voor Chr. kwamen er steeds meer Grieken die niet in de mythen geloofden

  • Ze wilden door logisch na te denken tot verklaring komen i.p.v. in mythes te geloven

  • Deze wetenschappers werden filosofen genoemd

Slide 2 - Slide

Onderzoekers en Denkers
Door logisch nadenken en onderzoek te doen proberen de Grieken natuursverschijnselen te verklaren. 

De Grieken noemen deze wetenschappers Filosofen . 
Filosofie: alle wetenschappen in de tijd van de Grieken

Slide 3 - Slide

voorbeeld van filosofisch denken:

Slide 4 - Slide

Wie red je?
A
1 persoon
B
5 personen

Slide 5 - Quiz

Stel er ligt iemand in het ziekenhuis, die op een gebroken been na gezond is. Zijn organen kunnen echter 5 mensen hun leven redden offer je deze persoon op voor de vijf anderen?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Liefde voor de wijsheid:
  • Nadenken over grote levensvragen.
  • Filosofie : vriend (filos) van de wijsheid (sofia)
  • Sokrates, Plato, Arestoteles.


Filosofie: alle wetenschappen in de tijd van de Grieken

Slide 7 - Slide

Onderzoekers
  • Wanneer iemand ziek werd, moest deze niet de goden om genezing vragen, maar zijn lichaam onderzoeken naar een biologische oorzaak. Dat vond Hippocrates

  • Pythagoras was een bekende Griekse wetenschapper die wiskunde en natuurkunde bestudeerde. Naar hem is de stelling van Pythagoras vernoemd

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Aan de slag:
  •  Maak de opdrachten van paragraaf 3.3 af
  • klaar? Voer dan met de klasgenoot naast je een Socratisch gesprek. (het onderwerp mag je zelf bedenken)

Slide 10 - Slide