2 Meten: Meter

2.                                           Meten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2.                                           Meten

Slide 1 - Slide

les-doelen
1.2.1 Je kunt benoemen wat je met je zintuigen kunt waarnemen.
1.2.2 Je kunt beschrijven hoe je voorzichtig aan onbekende stoffen moet ruiken.
1.2.3 Je kunt uitleggen waarom je bij natuurkunde en scheikunde nooit mag proeven van een stof.
1.2.4 Je kunt beschrijven wat de onderzoeksvraag en de conclusie van een onderzoek zijn.

Slide 2 - Slide

Meten
Wat is meten eigenlijk?

Meten is vergelijken met een afgesproken maat. 

Slide 3 - Slide

Eenheid en grootheid
Even een stukje herhalen. 

Eenheid: een afgesproken maat. 

Grootheid: wat je meet. 

Bijvoorbeeld: De tijdsduur van deze les is 50 minuten. 

Slide 4 - Slide

De SI-basiseenheden zijn:
seconde voor tijd
meter voor lengte
kilogram voor massa
ampère voor elektrische stroom
kelvin voor absolute temperatuur
mol voor hoeveelheid stof
candela voor lichtsterkte

Slide 5 - Slide

Meter
We gaan het dit keer wat uitgebreider hebben over de Meter. 

Slide 6 - Slide

Geschiedenis van de meter
In 1789 werd er in Parijs afgesproken dat we meten in de eenheid meter. Hier werd toen een staaf van precies die lengte gemaakt. Deze staaf wordt nog steeds in Parijs bewaard. 

Alle andere landen kregen een kopie van de standaartmeter. 

In Nederland wordt deze in Delft bewaard. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Ezelsbruggetje
Het ezelsbruggetje om de volgorde van de maten te onthouden is: Kan het dametje met de centimeter meten

Kan (=km) het (=hm) dametje (=dam) met (=m) de (=dm) centimeter (=cm) meten (=mm)

Slide 10 - Slide

1 meter is ook
A
100 km
B
100 cm
C
100 mm
D
100 dm

Slide 11 - Quiz

Uit de regel :Kan het dametje met de centimeter meten.
betekent "met"
A
mm
B
cm
C
dm
D
m

Slide 12 - Quiz

Waarnemen doe je met je:
A
ogen
B
neus
C
zintuigen
D
boek

Slide 13 - Quiz

Voorzichtig ruiken doe je zo:
A
hou de fles zo datje de damp direct kunt opsnuiven
B
Wuif met je hand boven de fles, zodat de damp wordt verdeeld in de lucht.
C
Giet een beetje uit het flesje op een schotel en ruik er dan aan

Slide 14 - Quiz

wat is een onderzoeksvraag
A
Daarin staat wat je wilt ontdekken.
B
Dat de dokter je gaat onderzoeken
C
Dat het 100 graden Celsius is.
D
Dat de leerkracht beter moet opletten

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
huiswerk = H1, par 1 en 2

binnenkort heb je hier een kleine SO over. 

Slide 16 - Slide