§ 6 Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Welkom!
Wat heb je nodig voor deze les:
Lesboek + schrift
Chromebook
 
Pen of potlood
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom!
Wat heb je nodig voor deze les:
Lesboek + schrift
Chromebook
 
Pen of potlood

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

          Lesdoel

Ik kan onderscheid maken tussen zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 8 - Quiz

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word bekeken
bekeken = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 9 - Quiz

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gefietst
gefietst = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 10 - Quiz

Ineke gaat naar de stad.
gaat = ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 11 - Quiz

Hij heeft die opdracht moeten maken. 
heeft

moeten

maken
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 12 - Drag question

Wij hadden misschien met dat project mee kunnen doen.
hadden

kunnen

meedoen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 13 - Drag question

Wat is het zelfstandige werkwoord van de zin:
Had je mijn fietssleutel niet beter in je portemonnee kunnen bewaren?

Slide 14 - Open question

Noteer het hulpwerkwoord
Hij heeft een milkshake gemaakt.

Slide 15 - Open question

Aan de slag
§6 zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Opdracht 1, 2, 3, 5 + 6 

Opdracht 1.2 en 2: in je boek
Opdracht 1.1, 3, 5, 6: in je schrift

Slide 16 - Slide