Uitgangspunten beoordeling
In de beoordeling wordt uitgegaan van een holistische beoordelingsmethode, maar met een
analytische aanvulling. Deze methode houdt bij examens van Examenwerk in dat de beoordelaar
eerst naar een werkproces in zijn geheel kijkt. Een werkproces wordt beoordeeld met een
onvoldoende (0 punten), voldoende (1 punt) of goed (2 punten).
Wanneer een beoordelingscriterium minder goed wordt uitgevoerd, hoeft dit niet automatisch te
leiden tot een onvoldoende als de uitvoering van het werkproces in zijn geheel wel van voldoende
kwaliteit is. U beoordeelt de uitvoering van het werkproces dan wel met een voldoende en maakt
een opmerking in het veld toelichting m.b.t. het criterium dat minder goed werd uitgevoerd.
Als u het werkproces met een voldoende beoordeeld, dan hoef u verder niets te doen. De
analytische aanvulling is vereist als u een onvoldoende of een goed geeft. Op dat moment moet
het oordeel worden onderbouwd. U vinkt dan aan welke criteria ervoor zorgen dat de uitvoering
van het werkproces afwijkt van een voldoende. Daarnaast verwoordt u de onderbouwing in het
daarvoor bestemde veld ‘toelichting’.