This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H5 Reacties in beweging
les 2 CO2-emissie en vormingswarmte
4HAVO NOVA H5.2
Slide 1 - Slide
Deze les
afronden H5.1
wat weet je nog van de vorige les?
Uitleg H5.2
eigen werk: H5.1 opgave 5 en H5.2 opgave 1
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
je kunt de CO2 emissie van brandstoffen vergelijken
je weet wat de vormingswarmte van stoffen is
Slide 3 - Slide
H5.1 specifieke CO2-emissie: voorbeeldopdracht 1
= hoeveelheid CO2 die vrijkomt per MJ geleverde energie:
hoe meer energie de brandstof geeft en hoe minder CO2 daarbij vrijkomt, hoe duurzamer de brandstof
Slide 4 - Slide
voorbeeld
methaan
propaan
.
.
.
reacievergelijking:
hoeveel mol CO2 komt vrij bij verbranding van 1 mol?
reactiewarmte:
hoeveel energie komt vrij bij verbranding van 1 mol? (T56)
specifieke CO2-emissie:
massa CO2: reken aantal mol om in gram
Vergelijk op basis van de specifieke CO2-emissie (g MJ-1) welke
brandstof het meest duurzaam is:
timer
6:00
Slide 5 - Slide
wat weet je nog van de vorige les?
pak je laptop/telefoon en meld je aan
Slide 6 - Slide
Bij oplossen van natriumhydroxide in water stijgt de temperatuur van de oplossing.
A
exotherm
B
endotherm
Slide 7 - Quiz
natriumhydroxide en zoutzuur van 18 °C worden samengevoegd. Na de reactie is de temperatuur 23 °C
A
deze reactie is exotherm, want de stoffen worden warmer
B
deze reactie is endotherm, want de stoffen worden warmer
C
deze reactie is exotherm, want de omgeving wordt warmer
D
deze reactie is endotherm, want de omgeving wordt warmer
Slide 8 - Quiz
herhaling
Slide 9 - Slide
herhaling
Slide 10 - Slide
sleep de woorden naar de juiste plek
niet alle woorden worden gebruikt
beginstoffen
reactieproducten
Eact
geactiveerde toestand
dE < 0
dE > 0
niet-ontleedbare stoffen
Slide 11 - Drag question
Energiediagrammen
herhaling
Slide 12 - Slide
Hoe bereken je het verschil in energie tussen beginstoffen en reactieproducten (=dE)?
Slide 13 - Slide
Eerlijk vergelijken
Om de hoeveelheid chemische energie van verschillende stoffen eerlijk met elkaar te kunnen vergelijken, moeten we een "aftelpunt" of "nulpunt" afspreken.
Slide 14 - Slide
Bijvoorbeeld:
Om te kunnen vergelijken hoe hoog de Mount Everest is ten opzichte van de Alpen, moeten we afspreken wat het nulniveau is. Voor hoogtemetingen is dat: zeeniveau
Slide 15 - Slide
noteer & leer
Om te kunnen vergelijken hoeveel energie verschillende stoffen hebben, moeten we afspreken wat het nulniveau is:
De chemische energie van Niet Ontleedbare Stoffen is 0 J per mol
0
Slide 16 - Slide
vormingsenergie
= de energie die vrijkomt bij (of nodig is voor) de vorming van een stof uit de niet-ontleedbare stoffen
Deze waarden kun je vinden in Binas tabel 57
0
noteer & leer >>
Slide 17 - Slide
Binas 57A Vormingswarmten
Slide 18 - Slide
Binas 57B Vormingswarmten
Slide 19 - Slide
Wat is de vormingswarmte van waterdamp?
A
0 J per mol
B
-2,42 x10^5 J per mol
C
-2,86 x 10^5 J per mol
D
-1,88 x 10^5 J per mol
Slide 20 - Quiz
Wat is de vormingswarmte van waterstof?
A
0 J per mol
B
-2,42 x10^5 J per mol
C
-2,86 x 10^5 J per mol
D
-1,88 x 10^5 J per mol
Slide 21 - Quiz
volgende les uitleg:
Hoe bereken je de reactiewarmte (dE) met behulp van de vormingswarmte?