DH5A examentraining 2024

Examentraining Duits
1 / 35
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examentraining Duits

Slide 1 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
zum Beispiel
zudem
denn
obwohl
daher
voorbeeld
opsomming
reden / oorzaak
tegenstelling
gevolg / conclusie

Slide 5 - Drag question

Michael hat kein Geld …………… auch keine Arbeit.
A
sondern
B
und
C
oder

Slide 6 - Quiz

Er sucht zwar eine Arbeit, …………… er findet keine.
A
aber
B
also
C
weil

Slide 7 - Quiz

Heute steht Michael sehr früh auf, …………… er einen Termin beim Arbeitsamt hat.

A
bis
B
sogar
C
weil

Slide 8 - Quiz

Er fährt nicht mit dem Auto, …………… nimmt den Bus.
A
bevor
B
oder
C
sondern

Slide 9 - Quiz

…………… der Bus endlich kommt, muss er etwa 15 Minuten an der Bushaltestelle warten.
A
Bevor
B
Damals
C
Jetzt

Slide 10 - Quiz

. …………… er mit dem Bus fährt, liest er erneut die Zeitung. Zuerst die Sportnachrichten.
A
Allerdings
B
Stattdessen
C
Während

Slide 11 - Quiz

…………… er den Sportteil zu Ende gelesen hat, will er die Stellenanzeigen lesen.
A
Nachdem
B
Wegen
C
Zuletzt

Slide 12 - Quiz

…………… er jedoch die Stellenanzeigen liest, kontrolliert er die gestrigen Lottozahlen.
A
Bevor
B
Schließlich
C
So

Slide 13 - Quiz

Der Lehrer ist symphatisch. Er hat ..... alle Schülern gute Noten und Leckeres gegeben.
A
obwohl
B
denn
C
zum Beispiel
D
daher

Slide 14 - Quiz

Ich mache alle Aufgaben mit den Trucs von Herrn Lucassen. Schließlich habe ich die Leseprüfung gut bestanden.
A
gevolg/conclusie
B
reden/verklaring
C
tegenstelling
D
uitbreiding/opsomming

Slide 15 - Quiz

Het grote geheim
Het Centraal Examen vraagt niet per se om leesvaardigheid.

Het vraagt om begrip over wat CITO van je wil.
Weet je dat, dan haal je goede cijfers.

Slide 16 - Slide

bordschema's SSL
Hoe zitten teksten in elkaar? ( herhaling voorexamenklas)
Masterstappenplan
ABCD vraag
gatenvragen ( 2 soorten)
beweringsvraag
open vraag
scanvraag

Slide 17 - Slide

Hoe zitten teksten in elkaar?(herhaling)
  • introductie onderwerp
  • argumenten
  • expertvragen
  • voorbeeld

Slide 18 - Slide

Masterstappenplan 
  1. titel, plaatje, intro >>>>>>>>>> GL
  2. vraagtype >>>>>>> stappenplan
  3. vraag uitmelken: 
  • a. welke info geeft de vraag?                                       
  • b. Wat willen ze weten?                                     
  • c. Waar moet ik lezen ? ( streep naast de tekst)

Slide 19 - Slide

vervolg Masterstappenplan
4. lees tekstdeel + markeren : signaalwoorden, dubbele punt, aanhalingstekens
5. bewijs aanstrepen in tekst + nummer vraag in kantlijn noteren.

Slide 20 - Slide

meerkeuzevragen CITO
  • staan in alfabetische volgorde
  • bevatten altijd pindakaas- antwoorden
  • Pas wetenschappelijke inzichten toe bij het beantwoorden van meerkeuzevragen.




Slide 21 - Slide

stappenplan ABCD vragen
  1. titel, plaatje intro >>>>>>>>>>GL
  2. vraag lezen + tekstdeel aanstrepen
  3. vraag uitmelken
  4. tekst lezen + signaalwoorden markeren
  5. pindakaas antwoorden eruit
  6. positief/negatief
  7. frequentie, elementen controleren, GL

Slide 22 - Slide

Tip ABCD vragen
Versterkingen worden vaak gebruikt om foute antwoorden te formuleren.
Voorbeelden:.  nur, alles, völlig, mehr (mehr X als Y), vor allem

Slide 23 - Slide

stappenplan gatenvraag
bij signaalwoorden en tekstverbanden
  1. optie voorbeeld aanwezig ?                      stappen voorbeeld
  2. tegenstelling?  controle positief /negatief
  3. uitbreiding?
  4. vertalen, passen, wat klinkt logisch?

Slide 24 - Slide

stappenplan "echte"gatenvraag
  1. Lees het gat + 1 zin
  2. signaalwoorden in de buurt?
  3. positief/negatief
  4. tegenstelling in het antwoord?
  5. gokken op de GL 

Slide 25 - Slide

examentips gatenvragen
  • Je antwoord/aanwijzing vind je rondom het gat. ( zin ervoor/zin erna).
  • Kun je de antwoorden indelen in +/_                         toon tekst
  • Goktip: Als 2 van de invulopties tegenstellingen van elkaar zijn, is het vaak 1 van deze 2.

Slide 26 - Slide

nur zum Spaß

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

scanvraag
  1. Lees de vraag nauwkeurig+ onderstreep kernwoorden
  2. Bedenk waar je het antwoord verwacht ( (tussenkopjes/eerste zin/laatste zin?)
  3. Lees de stukjes tekst waar het antwoord kan staan.

Slide 29 - Slide

examentip scanvraag
Bij een scanvraag komt het antwoord nee nauwelijks voor.
(minder dan 20%)

Slide 30 - Slide

stappenplan open vraag
  1. Geeft de vraag info over de inhoud van de tekst?
  2. Wat/ waar  moet ik zoeken?
  3. Markeer de signaalwoorden
  4. Hoe moet ik het opschrijven?

Slide 31 - Slide

examentips open vraag
  • antwoord in het Nederlands ( uitzondering citeren)
  • meerdere elementen gevraagd                 signaalwoord opsomming, uitbreiding
  • baseer je antwoord op de tekst ( jouw mening/kennis is niet belangrijk)
  • Gebruik duidelijke verwijswoorden. Voorbeeld: zegt dr. Müller iets , vermeld dan ook dr. Müller en niet hij.

Slide 32 - Slide

Hoe vind je het antwoord?
  • uitmelken vraag:  1. verplaatsen leefgebied                                                                                                          2. Het is een waarom-vraag                                                                                                         signaalwoorden van reden

  • Rückzugsraum für seltene Tiere und Pflanzen entstanden, die
    sich mit intensiver Landwirtschaft oder großflächiger Bebauung nicht vertragen
    und deshalb in den Grenzstreifen ausgewandert sind:

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video