MM 2G - 4.2 Hoe ontstond industrie (les 3-4)

Welkom
Mens en Maatschappij
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Mens en Maatschappij

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 4 Mensen en machines
Start
Lesdoelen
  • Je werkt aan opdrachten over de industriële revolutie.
  • Je werkt aan de praktische opdracht.


Product inleveren
...

Slide 2 - Slide

Noem vier gevolgen van de industriële revolutie (denk aan stad/platteland, fabrieken/huisnijverheid, vervoer en gewoontes).

Slide 3 - Open question

In welke tijdvak vond de industriële revolutie plaats?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van burgers en stoommachines
C
Tijd van de wereldoorlogen
D
Tijd van de televisie en de computer

Slide 4 - Quiz

Wat is dit voor apparaat?
A
Cotton gin
B
Spinnewiel
C
Drukpers
D
Waterrad

Slide 5 - Quiz

Welke hoort er niet bij als je denkt aan oude en nieuwe energiebronnen?
A
trekschuit
B
windmolen
C
stoomboot
D
zeilboot

Slide 6 - Quiz

Wie was de uitvinder van de
cotton gin?
A
Eli Whitney
B
James Watt
C
Albert Einstein
D
Elon Musk

Slide 7 - Quiz

Leg het verschil tussen grondstoffen en eindproducten uit.

Slide 8 - Open question

Hoofdstuk 4: Mensen en machines
4.2 Hoe ontstond de industrie?
Leerdoelen
  • Je weet hoe de industrie is ontstaan in de 19e eeuw.
  • Je weet wat oude  en nieuwe energiebronnen zijn.

Uitleg
  • Oude energiebronnen: spierkracht, waterkracht, windkracht.
  • Ook apparaten voor oude energiebronnen, zoals spinnewiel, waterrad, windmolen.

  • Cotton gin (1793, Eli Whitney) = ontkorrelmachine om katoenvezels en zaden te scheiden.
  • Apparaten vergemakkelijken het werk, verhogen de productie en vergroten de winst.

Slide 9 - Slide

Hoofdstuk 4 Mensen en machines
4.2 Hoe ontstond de industrie?
Leerdoelen
  • Je kent de nieuwe energiebronnen.
  • Je weet hoe de industrie is ontstaan in de 19e eeuw.

Uitleg
  • Rond 1780 uitvinding stoommachine (James Watts): hout en steenkool verbranden > ketel verwarmen > stoom > water oppompen, lift in mijnschat, aandrijven boten en treinen.
  • Door nieuwe energiebronnen minder afhankelijk van de natuur > ontstaan fabrieken  (bijvoorbeeld textielfabriek waarin de spinmachine wordt aangedreven door stoom).

Slide 10 - Slide

Hoofdstuk 4 Mensen en machines
4.2 Hoe ontstond de industrie?
Leerdoelen
  • Je weet wat de Industriële revolutie was.

Uitleg
  • Veel productie > winst voor fabriek > investeringen > meer fabrieken en spoorlijnen.
  • Fabrieken > ondernemers (werkgevers) en arbeiders (werknemers).
  • Industrie (grote productie, lage kosten, lage prijzen) verdreef huisnijverheid (concurrentie). 
  • Ambachtslieden verhuisden naar stad om in fabrieken te werken. 
  • 1821: eerste stoomtrein Engeland. 1839: eerste stoomtrein Nederland > eerst angst (ziekte, slecht voor koeien), later populair (sneller, goedkoper).
  • Deze grote verandering heet de industriële revolutie (een economische revolutie).

Slide 11 - Slide

Hoofdstuk 4 Mensen en machines
4.2 Hoe ontstond de industrie?
Leerdoelen
  • Je weet wat de Industriële revolutie was.

Uitleg
  • Minder arbeidsintensief > lagere prijzen > meer verkoop > meer productie.
  • Aanvoer grondstoffen (katoen, wol voor textiel, ijzer voor machines, steenkool voor verbranding).
  • Verkoop eindproducten > afzetmarkt = plek waar producten kunnen worden verkocht.
  • Vervoer nam toe (eerst trekschuit, later kolentreinen, vervolgens stoomtreinen).
  • Gevolgen: tijdschema's, gelijke kloktijden, andere gewoontes.

Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 4 Mensen en machines
4.2 Hoe ontstond de industrie?
Leerdoelen
  • Je kent de nieuwe energiebronnen.
  • Je weet hoe de industrie is ontstaan in de 19e eeuw.
  • Je weet wat de industriële revolutie was.

Opdracht
  • Maak alle opdrachten af.
  • Alle opdrachten bespreken.

Slide 13 - Slide

Hoofdstuk 4 Mensen en machines
4.2 Hoe ontstond de industrie?
Leerdoelen
  • Je leert over verandering in Nederland na de industriële revolutie.

Kijk mee... (de eerste spoorlijn in Nederland)
  • Maak het werkblad (zie bijlage).
  • Gebruik internet om antwoorden op te zoeken. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Hoofdstuk 4 Mensen en machines
4.2 Hoe ontstond de industrie?
Leerdoelen
  • Je leert over verandering in Nederland na de industriële revolutie.

Kijk mee... (de eerste spoorlijn in Nederland)
  • Maak het werkblad (zie bijlage).
  • Gebruik internet om antwoorden op te zoeken. 

Klaar?
  • Werk aan de praktische opdracht.

Slide 16 - Slide

Hoofdstuk 4 Mensen en machines
Afsluiting
Lesdoelen
  • Je werkt aan opdrachten over de industriële revolutie.
  • Je werkt aan de praktische opdracht.


Product inleveren
...

Slide 17 - Slide