Pathologie 1.2 Ziekteverloop

1 / 20
next
Slide 1: Slide
PathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke informatie haal je uit de casus?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

                Sleepvraag: wat hoort bij elkaar? 
Acuut
Besmetting
Incubatietijd
Infectie
Plotseling begin
Binnendringen van ziekteverwekker
De periode tussen besmetting en ziek worden
vermenigvuldigen van ziekteverwekkers

Slide 8 - Drag question

Subklinische infectie betekent?
A
De zorgvrager is heel erg ziek
B
De zorgvrager heeft vage klachten en is moe
C
De zorgvrager is wel besmet, maar heeft geen of weinig symptomen.
D
De ziekte is chronisch

Slide 9 - Quiz

Prodromen betekent?
A
Het is duidelijk wat de oorzaak is van het ziek zijn
B
De verschijnselen zijn vaag en het is onduidelijk welke ziekte het is

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een chronische ziekte
A
Longontsteking
B
Blaasontsteking
C
Appendicitis
D
Ziekte van Parkinson

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Wat is een complicatie?

Slide 13 - Open question

Een foudroyant ziekteverloop heb je als?
A
Er een complicatie optreedt
B
Je na genezing restverschijnselen overhoudt
C
Het verloop zo heftig is dat er veel schade optreedt, waardoor de patiënt kort na begin overlijdt
D
Je pijn krijgt nadat er een lichaamsdeel is afgezet

Slide 14 - Quiz

Wat zijn restverschijnselen
A
Het restje wat overblijft t.g.v. een complicatie
B
Klachten die je nog steeds hebt na genezing
C
Het ervaren van pijn of jeuk aan een afgezet lichaamsdeel
D
Een complicatie waardoor je komt te overlijden

Slide 15 - Quiz

Sleepvraag wat hoort bij elkaar? 
Exacerbatie
Remissie 
Recidief
Progressief verloop
Het (tijdelijk) verergeren van ziekteverschijnselen na een rustige fase
(Tijdelijke) vermindering van verschijnselen zonder dat de ziekte geheel is verdwenen
Terugkeren van de ziekte of klachten na genezing
Het toenemen van het aantal of ernst van de ziekteverschijnselen

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide