This lesson contains 38 slides, with text slides.
Wanneer een schrijver kiest voor een chronologische volgorde kan hij nog wel vooruitkijken of -kijken in de tijd. Dit noem je:
- Terugwijzingen: een personage denkt terug aan vroeger
- Vooruitwijzingen: een personage of de schrijver blikt vooruit op de toekomst (kan voor spanning zorgen)
De tijdlijn wordt NIET onderbroken.
- Gevaarlijke situatie of omgeving
- Onverwachte wending
- Open plek
- Vermoedens
- Cliffhanger
- Uitstel van het einde
- Informatievoorsprong lezer