Powercollege 15_nabeschouwing

PC5 Nabeschouwing
1 / 10
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

PC5 Nabeschouwing

Slide 1 - Slide

Opdracht 1
Beantwoord de vragen van deze nabeschouwingsopdracht 

Slide 2 - Slide

Inkomen uit arbeid
Inkomen uit bezit
Overdrachts inkomen
Salaris
Huur
Zakgeld
Subsidie
Rente
Winst
Uitkering
Pacht

Slide 3 - Drag question

Dit is een vorm van loon in natura:
Firoz is tevreden over zijn inkomen. Hij heeft de inkomsten, genoemd in de vakjes rechts. Welke hiervan is een vorm van loon in natura? Sleep de juiste vorm van inkomen naar het vakje. 
Spaargeld
Auto van de zaak
huur voor de verhuur van zijn garagebox
Loon
Vakantiegeld

Slide 4 - Drag question

Wat is een uitkering?

Slide 5 - Open question

Voor wie is de AOW?
A
Ouderen
B
Zieke mensen
C
Arme mensen
D
Ouders

Slide 6 - Quiz

Noem 4 dingen die de hoogte van je loon bepalen.

Slide 7 - Open question

Opdracht 2
  • Maak een collage op A3 papier of via Wordt. In de collage zet je het volgende:
  •  Je zet 2 plaatjes van alle 3 de soorten uitgaven in je collage. Je mag deze plaatjes uitprinten of zelf tekenen. 
  • Geef per plaatje aan wat voor soort uitgave het is en hoeveel het kost. Zet bij vaste lasten ook neer of het bedrag per week, maand, kwartaal of jaar is aangegeven
  • De 3 soorten uitgaven zijn: dagelijkse uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven

  • Je levert de collage in door er een foto van te maken en op de volgende slide kun je de foto inleveren.

Slide 8 - Slide

Lever hier je collage in als je hem digitaal maakt.

Slide 9 - Open question

Opdracht 3
• We verdelen de klas in 3 groepen van maximaal 12 personen
• Elke leerling krijgt een kaartje
• Op dat kaartje staat een beroep
• Vorm met jou groep een correcte loonladder gebaseerd op het beroep dat op het kaartje staat.
• De leerling met het kaartje waarvan het beroep het meeste betaalt staat het dichtste bij het bord.

Slide 10 - Slide