paragraaf 6.4

Welkom...

bij economie!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom...

bij economie!

Slide 1 - Slide

Programma voor vandaag:
- Lesdoel
-  Wat weet je al?
- Uitleg
- Samen aan het werk
- Zelfstandig aan het werk
- Evaluatie op het lesdoel
-Huiswerk

Slide 2 - Slide

Het lesdoel
Korte herhaling van paragraaf 6.3
+
we bekijken of en hoe de overheid ervoor kan zorgen dat het verschil tussen rijk en arm minder groot wordt.

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van paragraaf 6.3?

Slide 4 - Slide

Wat wordt belast in box 3?
A
Je inkomen uit loon
B
Je inkomen uit vermogen

Slide 5 - Quiz

Wat wordt bedoeld met heffingsvrije vermogen?
A
Het laatste gedeelte van je spaargeld dat belastingvrij is
B
Het eerste deel van je spaargeld dat belastingvrij is.
C
Een belastingkorting voor bejaarden met veel geld.
D
Geen van deze antwoorden is juist.

Slide 6 - Quiz

Wat wordt bedoeld met fictief rendement?
A
Een vast percentage belasting dat je over je vermogen moet betalen.
B
Een variabel percentage belasting dat je over je vermogen moet betalen.

Slide 7 - Quiz

Wat is jouw antwoord op vraag 28a van blz. 182?

Slide 8 - Open question

Wat leren we vandaag en waarom leren we dat?
We leren welke uitgangspunten er zijn bij belastingheffing.
Hoe de overheid zorgt voor een gelijkmatige inkomensverdeling.
Wat nivelleren en denivelleren is.

We leren deze dingen omdat we (later) allemaal te maken krijgen met inkomstenbelasting en leren zo de keuzes van de overheid te begrijpen.

Slide 9 - Slide

Is het eerlijk verdeeld?

Slide 10 - Slide

Draagkrachtbeginsel:

Wie veel verdient kan ook veel belasting betalen.

Voor een miljonair is €1000,- in verhouding minder dan voor een scholier.
Solidariteitsbeginsel:

Iedereen moet belasting betalen.

Zo kan de overheid iets doen voor de financieel zwakkere in de samenleving.

Slide 11 - Slide

Profijtbeginsel:

Je moet betalen voor goederen of producten die de overheid levert.

Je profiteert er immers van!
Voorbeelden:

- motorrijtuigenbelasting
- houderschapsbelasting
- bpm

Slide 12 - Slide


Progressief, degressief of proportioneel

Slide 13 - Slide

Hier is sprake van nivellering!

Slide 14 - Slide

Zijn er nog vragen over paragraaf 6.2 of 6.3?

Slide 15 - Slide

Samen aan het werk:
Als jij alles snapt van de uitleg dan ga je nu aan het werk met de opdrachten van paragraaf 6.4
Vind je het nog lastig? Doe dan mee met de inoefening.
Samen maken we opdracht 36.

Slide 16 - Slide

Zelfstandig aan het werk:
Je gaat nu aan het werk met: paragraaf 6.4
Dit is huiswerk voor de volgende les.

Slide 17 - Slide

Evaluatie

Slide 18 - Slide



Huiswerk??

Slide 19 - Slide