In dit deel praten wij dus alleen over qui en que
- qui is het onderwerp in de bijzin.
ex: L'homme qui marche est un acteur célèbre. = De man die loopt is een bekende acteur.
- que / qu' is het lijdend voorwerp in de bijzin.
ex: L'homme que tu vois est un acteur célèbre. = De man die je ziet is een bekende acteur.
* de bijzin is schuingedrukt.