Past Continuous & Past Simple

Past Continuous & Past Simple

1 / 38
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Past Continuous & Past Simple

Slide 1 - Slide

PAST CONTINUOUS
  • Wanneer moet je de past continuous gebruiken?
  • Wat is de regel?

Slide 2 - Slide

Wanneer gebruik je de
Past Continuous?



Als je over iets vertelt/schrijft

dat in het verleden bezig/aan de gang was.

Slide 3 - Slide

Wat is de regel?

Tip: kijk in elke zin naar de werkwoorden.


  • I was swimming at 8 o'clock last night.
  • We were studying in the library all day yesterday.
  • Peter was cleaning his room.

Slide 4 - Slide

Wat is de regel van de PAST CONTINUOUS?
(wat doe je met het werkwoord?)

Slide 5 - Open question

was
were
I
you
we
they
she/he/it

Slide 6 - Drag question

De regel van de
Past Continuous


  1. was / were
  2. ww+ing

Slide 7 - Slide

I .......... late last night. (work)
A
were working
B
was working
C
work
D
worked

Slide 8 - Quiz

We .......... in the ocean last week. (swim)
A
swimming
B
were swimming
C
was swimming
D
swam

Slide 9 - Quiz

You ........... TV al night. (watch)
A
were watching
B
was watching
C
watch
D
watched

Slide 10 - Quiz

Past Simple (verleden tijd)
  • Wanneer moet je de past simple gebruiken?
  • Wat is de regel?
  • Uitzonderingen

Slide 11 - Slide

Wanneer gebruik je de Past Simple?

  • Als je over iets vertelt/schrijft  dat in het verleden gebeurd is.
  • Het is begonnen en gestopt in de verleden tijd.
  • Er staat een tijdsbepaling in van Verleden Tijd 
(yesterday, this morning, three years ago, etc.).

Slide 12 - Slide

Wat is de regel?
TIP: kijk in elke zin naar het werkwoord.

  • Yesterday, I played the guitar.
  • Mary sailed to England last year.
  • We danced all night long.
  • My boyfriend picked me up yesterday.

Slide 13 - Slide

Wat is de regel van de PAST SIMPLE?
(wat doe je met het werkwoord?)

Slide 14 - Open question

Wat is de regel?
rww + (e)d


bijv:
work   --> worked
dance --> danced
oww + 2e kolom

bijv.:
eat - ate - eaten
see - saw - seen

Slide 15 - Slide

My friends .......... me on my birthday last year. (surprise)
A
was surprising
B
were surprising
C
surprised
D
surprising

Slide 16 - Quiz

We .......... to school yesterday. (walk)
A
walked
B
walking
C
was walking
D
were walking

Slide 17 - Quiz

I always .......... her. (love)
A
loving
B
loved
C
was loving
D
were loving

Slide 18 - Quiz

UITZONDERINGEN
:(

Slide 19 - Slide

PAST SIMPLE - uitzonderingen

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN


  1. Krijgen géén +(e)d;
  2. Moet je uit je hoofd leren;
  3. Je hebt de 2e kolom nodig

Slide 20 - Slide

came
buy
sit
say
eat
come
bought
sat
said
ate

Slide 21 - Drag question

She .......... a car. (buy)
A
bought
B
buyed

Slide 22 - Quiz

We .......... dinner. (eat)
A
eaten
B
eat
C
ate

Slide 23 - Quiz

PAST CONTINUOUS & PAST SIMPLE

Als ze samen in een zin staan dan:


  • geeft de Past Continuous de langer durende actie aan
  • geeft de Past Simple de korter durende actie aan



Slide 24 - Slide

Wat duurt langer?
    geeft de PC de langer durende actie aan
    geeft de PS de korter durende actie aan

I was walking when I dropped my marker.
Het lopen duurt langer dan het vallen van mijn markeerstift.

Slide 25 - Slide

Wat duurt langer?
    geeft de PC de langer durende actie aan
    geeft de PS de korter durende actie aan

When Mary called him Peter was sleeping.
Het slapen duurt langer dan het roepen.

Slide 26 - Slide

EVEN OEFENEN!
In deze zinnen moet je de Past Simple OF Past Continuous invullen.

Type je antwoorden met één spatie ertussen.

Slide 27 - Slide

EVEN OEFENEN!
Bijvoorbeeld:
We ___________ (watch) tv when my uncle ______ (call).

Je typt dan:

Slide 28 - Slide

EVEN OEFENEN!
Bijvoorbeeld:
We ___________ (watch) tv when my uncle ______ (call).

Je typt dan:
were watching called

Slide 29 - Slide

Ready?!

Slide 30 - Slide

Stan ________ (train) in the gym, when his grandmother ______ (call) him.

Slide 31 - Open question

We _______ (walk) on the street when someone ________ (rob) us.

Slide 32 - Open question

When he _______ (arrive), Jane ________ (cook) dinner.

Slide 33 - Open question

I _______ (kiss) a boy when my mom _______ (enter) my room.

Slide 34 - Open question

You _______ (watch) Netflix when Kelly _______ (text) us.

Slide 35 - Open question

LET OP!
Natuurlijk kunnen ook hier onregelmatige werkwoorden gevraagd worden!

Bijv.
say - said
have - had

Slide 36 - Slide

John and Tracy ________ (walk) in the park when he _______ (say) that he loved her.

Slide 37 - Open question

I _______ (have) a football match when the sun _______ (shine).

Slide 38 - Open question