T3 B2 KT

B2 De microscoop
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 66 t/m 67
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt alle onderdelen van een microscoop benoemen
  • Je kunt uitleggen wat de functie is van de onderdelen van een microscoop
  • Je kunt bepalen met welke vergroting je iets ziet als je de vergroting van oculair en objectief weet
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

B2 De microscoop
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 66 t/m 67
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt alle onderdelen van een microscoop benoemen
  • Je kunt uitleggen wat de functie is van de onderdelen van een microscoop
  • Je kunt bepalen met welke vergroting je iets ziet als je de vergroting van oculair en objectief weet

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Onderdelen van de microscoop
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Welke volgorde klopt
A
Cel > Weefsel > Orgaan
B
Orgaan > Weefsel > Cel
C
Weefsel > Orgaan > Cel
D
Cel > Orgaan > Weefsel

Slide 3 - Quiz

Wat klopt?
A
In een weefsel zitten alleen maar dezelfde soort cellen
B
In een weefsel komen verschillende soorten cellen voor
C
In elk orgaan zit alleen maar 1 soort weefsel
D
Alle organismen hebben organen

Slide 4 - Quiz

Devin zegt: een bacterie is een organisme
Amir zegt: een bacterie is een cel
Safina zegt: een bacterie heeft weefsels
Wie heeft/hebben gelijk?

A
Devin en Amir
B
Amir en Safina
C
Safina en Devin
D
Alleen Devin

Slide 5 - Quiz

preparaatklem
grote schroef
kleine schroef
diafragma
voet
oculair
revolver
lamp
tafel
statief
objectief
tubus

Slide 6 - Drag question

Vergroting
  • Oculair : 10x
  • Objectieven
          Rood: 4x
          Geel: 10x
          Blauw: 40x
  • Totale vergroting = oculair x objectief

Slide 7 - Slide

Je gebruikt een microscoop.
Het oculair heeft een sterkte van 5x
Het objectief een sterkte van 40x.
Wat is de totale vergroting die je ziet?

Slide 8 - Open question

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 66, 67
  • Maken Opdr. 6 t/m 9 blz. 59

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 66, 67
  • Maken Opdr. 6 t/m 9 blz. 59

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 10 - Slide

Afsluiting
  • Je kunt alle onderdelen van een microscoop benoemen
  • Je kunt uitleggen wat de functie is van de onderdelen van een microscoop
  • Je kunt bepalen met welke vergroting je iets ziet als je de vergroting van oculair en objectief weet

Slide 11 - Slide