Oefenen repetitie Hoofdstuk 11

Placenta
Foetus
Vruchtvliezen
Vruchtwater
Navelstreng
1 / 18
next
Slide 1: Drag question

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Placenta
Foetus
Vruchtvliezen
Vruchtwater
Navelstreng

Slide 1 - Drag question

This item has no instructions

Bloedvat van de moeder
Embryo
Navelstreng
Tussenlaag
Vruchtwater
Baarmoederwand
Bloedvat van de embryo
Placenta
Vruchtvliezen

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 4
De indaling
De uitdrijving
(persweeën)
De ontsluiting (weeën)
de vruchtvliezen breken
De geboorte

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Benoem de juiste onderdelen van de navelstreng.
1
2
navelstrengader
navelstrengslagader

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Placenta van 
moeder en kind
Navelstreng van 
de foetus
Vruchtwater, 
beschermt de foetus

Navelstrengader, 
met zuurstofrijk bloed
Navelstrengslagaders,
met zuurstofarm bloed

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Placenta
Navelstreng
Navelstrengader
Navelstrengslagader
Nier
Lever
Ductus venosus
Longslagader
Long
Ovale venster
Aorta
Ductus Botalli

Slide 6 - Drag question

De vorige keer hebben we de video bekeken over de foetale bloedsomloop.
Kijk eens hoe ver je komt.
DNA
Celkern + 
Chromosoom
Gen
Chromosoom

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

23 chromosomen
2 3 chromosomen
46 chromosomen
46 chromosomen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Mitose
Meiose
Gewone celdeling
Reductiedeling
Diploïde cellen
Haploïde cellen
Zelfde aantal chromosomen
Helft van de chromosomen
Gewone lichaamscellen
Geslachtscellen
Chromosomen komen in paren voor
Chromosomen komen enkelvoudig voor

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Sleep het aantal chromosomen naar de juiste cellen (rode vakje)
46 chromosomen
46 chromosomen
46 chromosomen
  23 chromosomen
23 chromosomen

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de begrippen links naar het goede geslacht. Sommige begrippen horen bij beide geslachten.
Jongen
Meisje
XX
XY
46 chromosomen
Kan een X doorgeven
Kan een Y doorgeven
46 chromosomen
Kan een X doorgeven

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Twee-eiige tweeling
Eeneiige tweeling
timer
0:20

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Normale ligging
Stuitligging
Dwarsligging

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Hiernaast zie je 3 afbeeldingen van prenataal onderzoek. Sleep de juiste naam naar de juiste vorm.
Vruchtwaterpunctie
Vlokkentest
Echoscopie

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Genotype
Fenotype

46 chromosomen

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Wordt deze eigenschap bepaald door het  genotype / fenotype of door beiden?
GENOTYPE
FENOTYPE
Zowel fenotype als genotype
Iemands
lengte
Iemands
bloedgroep
Iemands bruine ogen
Iemands nieuwe haarkleur
Iemands hoge cholesterol-gehalte

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Recessief

Ongelijk allelenpaar

Gelijk allelenpaar

Dit allel komt tot uiting in het fenotype

Dit allel komt NIET tot uiting in het fenotype

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de woorden naar de juiste plek om de tekst compleet te maken.
Een reductie deling noemen we ook wel  ___, bij deze deling ontstaan er ___ cellen. De andere celdeling noemen we ___ en dit zijn ___ cellen. 
cel differentiatie
celspecialisatie
mitose
diploïde
meiose
haploïd

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions